zeggen. Het merkwaardige geval is dat dit boek er voor een zeer groot deel nog in geslaagd is ook.
De assumpties die K.K. Ruthven in zijn twaalf hoofdstukken voorstelt en bespreekt staan doorgaans als polen tegenover elkaar: het boek als heterokosmos zonder of met volstrekte autonomie (autarchie), anorganische of organische vorm, complexiteit of eenvoud, techniek of inspiratie, persoonlijkheid of onpersoonlijkheid, imitatie of originaliteit, enz. De auteur wil zich duidelijk pluralistisch opstellen tegenover deze verschillende alternatieven. Hij benadert elk kritisch standpunt met een ruimdenkende openheid die het hem mogelijk moet maken alle opvattingen over een kritisch probleem niet alleen aan bod te laten komen, maar ook recht te doen. Maar hoe hij ook zijn best doet om neutraal te blijven en geen persoonlijke voorkeur uit te spreken voor de ene pool of de andere, het lukt hem niet altijd. Niet ten onrechte trouwens. Zo gaat zijn sympathie over 't algemeen naar wat ik hier als eerste pool van elk paar heb vernoemd. Waar hij er toch in slaagt een scrupuleuze objectiviteit te bewaren - bij de autonomie en bij de onpersoonlijkheid van het literaire kunstwerk b.v. - kan men zich achteraf moeilijk aan het besluit onttrekken dat het probleem van de keuze tussen beide polen dan wellicht ook onoplosbaar is. Evenmin ten onrechte trouwens, want het gaat dan meestal om een oppositie tussen polen die tot spanningen leidt die van werk tot werk, van auteur tot auteur, van genre tot genre en van periode tot periode verschillen, zonder ooit tot een definitieve oplossing te komen. En dàt is het juist wat ze zo vruchtbaar maakt. De auteur van dit boek doceert Engels aan de Universiteit van Canterbury in Nieuw-Zeeland. Naast een korte brochure over Myth (in de ‘Critical Idiom’ serie van Eyre Methuen) is Critical Assumptions bij mijn weten het enige werk van omvang dat hij gepubliceerd heeft, en ik kan dat begrijpen, want door zijn ruime conceptie en rijp inzicht is dit duidelijk, zoniet een levenswerk, dan toch in
ieder geval vrucht van vele jaren studie en ondervinding. Het hele werk getuigt immers van een verbazende belezenheid. De index bevat meer dan 500 namen van auteurs uit vrijwel de ganse westerse literatuur. De zorgvuldig samengestelde en, voor zover ik heb kunnen nagaan, betrouwbare bibliografie telt niet minder dan 46 bladzijden. Het boek biedt daardoor niet alleen een intelligente discussie van een aantal kritische assumpties, maar ook een uitgebreid en nauwkeurig referentieapparaat.
Dit rijke encyclopedische karakter heeft juist tot de enige zwakheid van deze studie geleid. Het bestreken gebied is zo groot, de auteur weet er zoveel over, zoveel verwijzingen en vermeldingen zijn mogelijk, dat het boek hier en daar meer weg heeft van een collectie referenties of een opsomming van literaire weetjes dan van een diepgaande discussie van kritische mogelijkheden. Maar gelukkig zijn die passages eerder zeldzaam. Critical Assumptions blijft alleszins een merkwaardig en bijzonder nuttig boek, niet alleen voor studenten, voor wie het oorspronkelijk bedoeld was, maar voor iedere ernstige literatuurliefhebber.
Men kan er de auteur uiteraard moeilijk een verwijt van maken dat hij ook niet