Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 125
(1980)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 106]
| |
[pagina 107]
| |
Quia absurdumIk vrees het onvermijdelijk moment
dat je zeggen zult of niet zult zeggen
het bestaat niet meer het kan niet
meer bestaan of het heeft nooit bestaan
dat van je zoekende lippen op mijn
gespannen huid dat van je handen
om mijn hoofd dat van het nooit genoeg
gegeven en nooit genoeg gevraagd
het eindeloos ongelooflijke van
de verjongde golfslag in mijn bloed
tot de heerlijk gevreesde marteldood
in het onvermijdelijk moment
| |
[pagina 108]
| |
JachtBij vereenzamend lamplicht
spant jouw stilte haar net
en neemt mij gevangen
als een vogel of een vis
die snakt naar de vrijheid
van een akwarium met alleen maar lucht
van een kooi die wegzakt in water
terwijl de drenkeling zich vastklampt
aan het kronkelend spoor
van een schrijvend soort stropijl
|
|