Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 123

[p. 526]

† Johan Daisne / Gedichten

Wanneer

Wanneer wordt het weer vurig stil
in plaats van stormachtig en kil,
weer ondernemend blij te leven
in plaats van dit verlammend beven?

De lome, rusteloze dag
lijkt meer een lijkwa dan een vlag,
ondanks gebed en geprobeer,
ondanks vertrouwen in de leer.

Wanneer? Altijd blijven geloven
én doen: het luttelste telt mee,
tien stappen naar een stamcafé,

een brief, steekkaart en telefoon,
veel kleine dingen, toch nog schoon.
De tijd slechts schijnt ons te beroven

maar baart steeds wel uit wee, o wereldzee!

Pinksteren 1977

[p. 527]

Zingende draden

Zingende draden in de nacht,
die huizen en harten verbinden,
muzieken van blijdschap en klacht,
van de vrinden, voor de beminden:

't is of we met de sterren spreken,
of er geen afstand meer bestaat,
of, volgens einsteiniaans gereken,
een hemellichaam door ons gaat.

Dit is ons dichterlijk bedrijf,
een nummer draaien op een schijf
en wachten, luisteren en horen

de stemmen die ons uitverkoren.
En dankbaar in de lange nacht
het antwoord zijn waarop men wacht.

8.77

[p. 528]

Bidden

Bidden is de handen vouwen
om wat was en om wat is;
het is voort en verder bouwen
uit gewin en uit gemis.

Bidden, beeld der Lievevrouwe,
is de ontvangst van het Kind,
dat het leven met vertrouwen
eindigt en opnieuw begint.

Bidden is in duisternis
blindelings het licht aanschouwen
dat het loon is der getrouwen.

Bidden is blijven geloven
dat beneden als hierboven
er een Heer en hemel is.

10.77

[p. 529]

Geloven

Ge-loven
is God-loven,
Hem danken
voor licht en duisternis,
Hem danken
voor al wat was en is,
Hem danken
voor blijdschap en voor pijn,
Hem danken
voor de schone schijn
der dingen die toch zijn,
voor kleuren en voor klanken,
voor onze liefdes, ons verdriet,
voor jeugd en ouder worden
en wat toch niet verdorde -
Hem danken
blindelings en doof,
want dat is het Geloof:
wanhopen en toch weten
dat uit Zijn hand we eten
het voedsel en de dranken,
de dromen en de medicijn,
vertwijfeling en moed,
de koortsen en nieuw bloed,
en daarvoor danken, danken -
geloven
is God loven!

1.78