| |
| |
| |
Dietsche Warande en Belfort 123ste jaargang nummer 3 maart-april 1978
Anton van Wilderode / Passie volgens Rubens
Acht gedichten bij acht tekeningen en schilderijen van Pieter Paul Rubens
Proloog
Boom en distelstruik
(Bij de tekening: Boom en distelstruik, verzameling Duke of Devonshire/Chatsworth)
De boom met brank en blad
dat zijn geweld doorstond,
en slijm van lange slakken
van distelstruik en varen
van ruigte en woekerplant,
boort met zijn onverdorde
een grondzee aan van zand.
| |
| |
een stad een hoog verblijf
een steile staatsietroon,
draagt hij een macht van leven
| |
| |
| |
I. Kroning Christi
(Bij het schilderij: Christus met doornen gekroond - Grasse/F.)
Jeruzalem in slaap. In slaap de daken
de torens en de zuilen en de zon,
de vrienden die niet verder kunnen waken,
de ronde lamp boven het laag balkon.
In slaap de nacht de tuinen en de dieren,
de straten die naar alle verten gaan,
de vensters en de deuren zonder kieren,
de hemel met de goudmunt van de maan.
De wind zegt: Ik zal waaien,
uw laaiende wonden aaien.
De vloer: Ik lig roerloos languit
als een bed van ijs aan uw huid.
De geselkolom: Rug aan mijn rug,
keer naar mijn koelte terug.
En de lamp: Met mijn zachtste licht
beschijn ik uw aangezicht.
Maar de scherpe doornenkroon zegt:
Vooronder van de kelder, negen mannen
onaangedaan in een tumult van macht
bedrijvig bezig met ervaren handen
in zoveel eenzaamheid te middernacht.
Het bleke lichaam als een boom gebogen,
wacht Jezus op de dorens van de kroon.
Onzichtbaar uit een voorhal van den hoge
vertroost de Vader zijn verlaten Zoon.
| |
| |
| |
II. De Kruisdraging
(Bij het schilderij: De Kruisdraging - Oklahoma City)
De grond herkent hem, en Veronica:
de aarde van altijd, de vrouw van morgen.
Zij loopt Hem in een aureool van zorgen
genadig met wit linnen achterna.
Verlies, verlies hem niet, als gij daarna
de weg teruggaat langs de haat der dwazen
door een trompetstoot tijdig aangeblazen, -
zachter dan alle gras, Veronica.
| |
| |
| |
III. De Kruisiging
(Bij het schilderij: De kruisiging - O.L. Vrouwkathedraal, Antwerpen)
Uw hemelvaart vangt aan, als gij de last
van de geweldenaren uit de horde
der onvermogenden en winnaars zijt geworden.
Gij kunt niet weg, gij zit nog stevig vast.
De nagels en de dood houden u voor
een laatste hevig triduum beneden;
angst en zoveel verdriet om U geleden
gaan voor een eeuwigheid op aarde door.
| |
| |
| |
IV. De lanssteek
(Bij schilderij: De lanssteek - Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen)
Maria lief, Maria Magdalene, -
in staal gepantserd tot de bovenbenen
doorboort de ruiter die hier aan komt rijden,
hoog boven u uit, Jezus' rechterzijde.
Maria lief, Maria Magdalene
die zonder tranen levenslang zult wenen,
gij weert te laat de gepolijste tanden
der lans af met uw veel te kleine handen.
| |
| |
| |
V. De kruisafneming
(Bij het schilderij: De kruisafneming - O.L. Vrouwkathedraal, Antwerpen)
De ladders in de kruisboom van de dood,
de wolken met nog hemelsblauwe gaten.
God ligt, in glijdend lijnwaad neergelaten,
straks in Maria's laatste moederschoot.
Van wat hem boven hield teder bevrijd,
nog tussen hemel en roetzwarte aarde
even teruggekeerd tot onze zwaarte
en het geweld van de genegenheid.
| |
| |
| |
VI. Bewening Cristi
(Bij het schilderij: Museum Antwerpen en Cummer Gallery of Art, Jacksonville, USA)
De dag is over en voorbij. De dingen
zijn aan elkaar gelijk en zonder kleuren.
Dood en verdriet en dood moeten gebeuren,
een keten van ineengevlochten ringen.
De zachtste handen die bestaan bewegen
als veren aan zijn voorhoofd en zijn armen,
iets anders dan hem koesteren en verwarmen
kunnen zij niet, zijn doodskou komt hen tegen.
ben je nog eenmaal van mij.
De struik zegt: Ik zal je doen
slapen in grotten van groen.
En de maan: Ik leg waar jij ligt
een kleine vijver van licht.
De wind: Ik maak alles stil
rondom jou als je rusten wil.
En Maria: Een ander verdriet
dan zijn zwijgen bestaat er niet.
Wij blijven samen voor de zwaarste tijd.
De nacht verzamelt ons voor zoveel uren
als donker en verdelging mogen duren.
Het licht van morgenvroeg brengt eenzaamheid.
Het huis waarin wij leefden is voorbij,
de vrienden die de wereld met ons deelden
zijn vreemden, arbeid is een oude weelde
want er is niets dat zo bestààt als Hij.
| |
| |
| |
Epiloog
Christus op het stro
(Bij de tekening - Albertina, Wenen)
het stro ligt glad en geel
Stro voor Gods eerste bed
waarop hij wordt gedragen,
een man geweest, een lijk
gesloten voor drie dagen, -
een zuil van morgenlicht.
Passie volgens Rubens voor alt, gemengd koor en orkest door Herman Roelstraete, op. 121 (O.L. Vrouwekerk Kortrijk, zaterdag 26 november 1977).
|
|