Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 123(1978)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] Hedwig Verlinde / Gedichten de omstandigheid van het verschijnsel niets om het kloppen van mijn bloed aannemelijk uit te leggen in de vragen op tafel gespreid als kaart herken ik reeds het valsspel der verklaring zelfs in het oog van de bedreven wichelaar kan ik de dikke parel van deernis niet verdragen - ik plant een brede vlag in het door mij bewoonde jaartal - uit de kalkbuis van mijn benen trekt mijn stap de witte cirkellijn naar levensgrootte van mijn rug wordt al mijn loze lach weerkaatst met de armslag der liefde bouw ik een kooi mobiele warmte [pagina 14] [p. 14] bedachtzaam de adem die het landschap in de ruit betast ik laat de wilde vogel van mijn zinnen los en leer in hem een nieuwe ruimte schatten tussen de vluchtlijnen van mijn gedachten houdt wisselend perspektief mijn handeling vast uit het spiegelbeeld van gister krab ik vergeefs het zilver weg - over het altijd dunne touw van taal poog ik 't broos zwaartepunt te dragen binnen een bolwerk van gebaren dat ook de omvang van mijn val bepaalt - elke vorm: een wijze van zichtbaar maken elk woord: wijst de weg naar het raadsel [pagina 15] [p. 15] een zeer geregeld leven ze heeft haar bovenlijf nader bij de rest getrokken, de voorpootjes over elkaar gelegd, zoals wij soms onze armen kruisen met toegeknepen ogen lijkt zij zo vol van innerlijk leven ronkend als een wieltje van kattehaar op een cementen tegel blaast de wind onder het raam nog in de veertjes van de stukgekauwde pimpelmees steeds meer afwezig, en uit pure verveling doorbladert de zon andermaal het hoofdstukje beuken en populieren Vorige Volgende