Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 119
(1974)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 810]
| ||||||
Kroniek
| ||||||
[pagina 811]
| ||||||
worden is. Waar in het begin de wantoestanden anoniem bleven, worden nu de betrokkenen niet alleen met naam en herkomst genoemd, maar door de publikatie van persoonlijke, vertrouwelijke rapporten direct geprovoceerd. De eerste reportages speculeren nog hoofdzakelijk op de ‘morele verontwaardiging’ van de lezer, in de latere komt duidelijker tot uiting dat alles systeemimmanent is en dat dus telkens naar dezelfde neuralgische punten gezocht moet worden. De commentaar is karig. Wallraff theoretiseert niet. Mensen en toestanden spreken voor zichzelf. Het beste voorbeeld is Ihr da oben - wir da unten, dat hij in samenwerking met Bernt Engelmann schreef. De grootste ondernemingen van West-Duitsland worden hier ‘in die Zange genommen’. Engelmann verzamelt gegevens over de omstandigheden waarin de jet-set zijn dagen slijt, terwijl Wallraff ‘unten’ de materiële basis van dat wonderland onderzoekt. Het contrast-effect dat de montage in de andere teksten al had, wordt in de tangreportages nog versterkt, wanneer bijvoorbeeld Engelmann ironisch-badinerend over de zorgen van Gunter Sachs om zijn playboy-image rapporteert en Wallraff vervolgens een Grieks gastarbeider, begaafd gitarist, laat vertellen hoe door de nalatigheid van de chef in een Fichtel & Sachs-bedrijf zijn hand onder een pers geraakte en daarop, hoewel ze waarschijnlijk nog behandeld had kunnen worden, zonder meer geamputeerd werd. In interviews en voordrachten over zijn werkwijze heeft Wallraff zich altijd nadrukkelijk van de ‘literatuur’ gedistantieerd. Zijn reportages verschijnen eerst in vakbondsbladen of ze worden gestencild aan de fabriekspoorten uitgedeeld. Sommige zijn in weekbladen met grote oplage zoals Konkret en Stern gepubliceerd. Pas later, nadat ze hun eigenlijk publiek al bereikt hebben, worden ze ook nog in boekvorm gebundeld. Dat ze op de markt werkelijk een grensgeval vormen, blijkt uit het feit dat zowel de Industriereportagen als de Neue Reportagen als ‘Sachbuch’ in de rororo-reeks verschenen. Naarmate hij meer bekendheid verwierf, kreeg hij ook zelf meer te lijden onder het verschijnsel dat een beroemd auteur een soort handelsmerk wordt. Zo was het opvallend dat hij, toen hij begin augustus 1974 na de algemene amnestie voor politieke gevangenen in Griekenland vrijkwam en men hem naar zijn motieven vroeg, als eerste reden de ‘Vermarktung’ aangaf. Hij had nog eens een tijd lang zonder onmiddellijke selectie- of produktiedruk, in de gevangenis namelijk, willen ‘beleven’ en ‘opnemen’, zich totaal met één situatie bezighouden.Ga naar eind1. De zorg om de authenticiteit van de ervaring en de radicale vereenzelviging met het perspectief van de klasse wier bewustzijn veranderd moet worden, zijn de eerste vereisten voor een echt engagement: ‘Ich glaube | ||||||
[pagina 812]
| ||||||
überhaupt, manchmal müsste Kunst mit viel mehr Gefahr, vielleicht sogar Lebensgefahr verbunden sein, und wenn das der Fall wäre, würde nicht so viel Unnützes geschrieben, man würde sich auf wesentliche Dinge konzentrieren.’Ga naar eind2. In een referaat op een werkvergadering van de ‘Werkstätten’ zegt hij: ‘Der neue Typ des Schriftstellers oder Wortarbeiters [...] sollte nicht länger unter der Schutzbezeichnung “Künstler” firmieren, er sollte von den gleichen Bedingungen und Bedürfnissen derer ausgehen, die er zu vertreten vorgibt.’Ga naar eind3. De opgave van de woord-arbeider bestaat erin, op een voor de uitgebuiten herkenbare manier te verwoorden wat uit vrees voor represailles, uit onwetendheid of onmondigheid tot nog toe verzwegen werd. Daarom kan men beter van alle fictie afzien: een leerstuk dat de zaken met naam en toenaam noemt, is scherper en duidelijker dan de bijtendste fictieve satire. De discussie rond realisme en formalisme is naast de kwestie zolang het onderwijs taalbarrières blijft bouwen. ‘Nicht Literatur als Kunst, sondern Wirklichkeit! Die Wirklichkeit hat noch immer die grössere und durchschlagendere Aussagekraft und Wirkungsmöglichkeit, ist für die Mehrheit der Bevölkerung erkennbar, nachvollziehbar und führt eher zu Konsequenzen als die Phantasie des Dichters.’Ga naar eind4. De vraag is natuurlijk of die nagestreefde congruentie met het perspectief van de ‘massa’ ooit kan lukken. Is de situatie van iemand die ergens te werk gesteld wordt voor een beperkte tijd en zonder dat hij van het loon echt afhankelijk is, te vergelijken met het leven van een arbeider, die weet dat zijn lot definitief is? En aangenomen dat een buitenstaander de dingen onbevangener en met minder fatalisme bekijkt, waarin bestaan dan de ‘Bedürfnisse’ van diegenen die hij vertegenwoordigt en waarnaar hij zich volgens Wallraff uitsluitend te richten heeft? Als hij niet de vreugde van de arbeider die zich eindelijk een grotere wagen heeft kunnen aanschaffen, wil vertolken, dan zal hij die behoeften eerst moeten kritiseren. Is de reportage daarbij efficiënter dan een meer vormbewuste kunst? Het feit dat ze bewierokende kranteberichten en reclamebrochures van de bedrijfsleiding directer kan weerleggen, betekent tegelijk een toegeving aan de stijl en de hele habitus van dat soort berichtgeving. Het is alsof de literatuur hier een functie verliest die ze sinds ten minste een eeuw, sinds de opkomst van de krant als belangrijkste informatiebron waargenomen heeft, de opgave namelijk, over ingeburgerde communicatievormen voortdurend te reflecteren. Wanneer Wallraff voorstelt ‘bijvoorbeeld vormen van triviaalliteratuur te gebruiken om bij de mensen maatschappelijke, politieke inhouden bewust te maken’,Ga naar eind5. miskent hij blijkbaar het feit dat een revolutionaire idee niet in reactionaire schema's gerealiseerd kan worden. In zijn opstel Kunst und Revolution zegt Marcuse dat juist in de esthetische vorm de subversieve | ||||||
[pagina 813]
| ||||||
kracht van de kunst ligt: ‘Gerade in diesem Stadium muss das radikale Bemühen, die “Macht des Negativen”, das subversive Potential der Kunst zu bewahren und zu stärken, die entfremdende Macht der Kunst zu bewahren und stärken: die ästhetische Form, in der allein die radikale Kraft der Kunst mitteilbar wird.’Ga naar eind6. En Brecht schreef op het einde van de jaren dertig dat het volk ook de ongewone uitdrukking begrijpt, als het maar zijn belangen vertolkt ziet: ‘Es ist keinesweges so, als ob man, um vom Volk verstanden zu werden, ungewohnte Ausdrucksweise vermeiden, nur gewohnte Standpunkte einnehmen müsste. Es ist nicht im Interesse des Volkes, seinen Gewohnheiten (hier Lesegewohnheiten) diktatorische Macht zuzusprechen.’Ga naar eind7. Hèt middel om bewustzijn te veranderen is nog niet gevonden. Misschien bestaat het ook niet en zal de methode veeleer naar gelang van de situatie moeten variëren. Wallraff heeft de grote verdienste dat hij de situaties waarover hij spreekt, grondig kent. | ||||||
Literatuur
|
|