Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 119(1974)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 753] [p. 753] Dietsche Warande en Belfort 119de jaargang nummer 10 december 1974 Gery Helderenberg / Antiquariaat Misericordia Uit eik gesneden glansden de koorbanken met hoge ruggen en de armen tot steun voor de kanunnik die buikzwaar geleund de antifoon intoneerde met diepe neumenklanken. Misericordia noemde men 't gestel, de kleine zitting waar hij griffioenen zag, draak, serpent, aartsduivelen dansend uit ketel en hel, de grijze cantor vertrouwd als een prent. Man en vrouw vluchtten in de struik, 't zeemeerminnetje spartelde aan de fuik. Bij 't gestoelte bleven de domheren talmen. Het avondrood brandde op de zilveren pruik. [pagina 754] [p. 754] Ad feretrum De monumentale katafalken voor baronnen en markiezinnen, honderd pond was, de wapenschilden ten toon op het hoge koor staan lang gestapeld uit eeuwen toen men las zeventienhonderd, vergaan tot schimmel, zwart en bloot in ziltige sacristieën. Straks dekt ons de paarse pelder allen gelijk in 't laatste bedrijf: de eenzame dood. Vier gele kolommen de lijkbaar rond. En helder door gotieke ramen straalt zomers licht. De rekwisieten geruimd gaan de kerkdeuren dicht. [pagina 755] [p. 755] Breviarium De seizoenen, klaverblad van vier, geurden in gemsleer naar de tijd die ik devoot aftelde in dit brevier, teken voor mijn bestendigheid. Nu is de wisselende toverkleur vergaan, verleden, een vertaand tapijt. Wat baat het dat ik er om treur? Ik berg het boek als rariteit. [pagina 756] [p. 756] Dies irae De vervaarlijke sequens, definitief geborgen in de missalen met zilvren doodskop belegd gedrukt bij Verdussen en Plantijn, is gezegd. Uitgezongen. De Requiemmis in de vroege morgen blijft herinnering. Maar als de engelen niet meer blazen de hoge bazuinen en verstomt het orkest der cherubijnen, hoe worden wij gewekt de laatste dag, lijk wij bij Matteus lazen? Misschien worden de bokken de woestijn ingejaagd en helpt een tedere hand ons uit kist en graf. Ter wille van de heiligen verkortte Jahweh de straf en Lacrymosa heeft alle tranen uitgeklaagd. De appelaar bloeit in de boomgaard van God. Men zingt het bruiloftslied en de deur gaat op slot. Vorige Volgende