Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 119(1974)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 673] [p. 673] Dietsche Warande en Belfort 119de jaargang nummer 9 november 1974 Erik van Ruysbeek / Gedichten Bach 668 Voor uwen troon treed ik voortaan voor uwen troon in heldere ootmoed vader der goden vader van mijn inwonend licht mijn klaarte van vóór de schepping zon der zonnen ontzaglijk achter iedere zon. Voor uwen troon thans iedere stond met open armen kniel ik en verzink in uw aanwezigheid in uw oneindigheid van vuur. Voor uwen troon leg ik alle tronen neder alle klederen en mijn intiemste huid: doorstraal mij dat ik uw straling word en in u opga als de oorsprong bloot. Voor uwen troon leg ik mijn hoofd te rusten verzwonden in de glorie van uw intieme koestering. [pagina 674] [p. 674] De Engel Zinderend stijgen uit mijn zingend vlees de stuifmeelzaden mijner lichtvisioenen een zee van sterren schittert en verschuift een zee van diamanten vuurt en vonkt. Ik weet de vleugels van de engel waren doorheen het spansel van smaragd en door de sterren en de diamanten de vuren meteoren spreiden van zijn vlucht. En uit de puurste diepten van mijn schouwen staat op een engel en gaat de engel te gemoet. Elkander raken zij in één diafane veld van glansen en zien elkanders spiegelbeeld in het bliksemend gloeien ener afgrondelijke spiegeling. Vorige Volgende