manier uiteenzet, en je bent miljonair.’ Een nogal naïeve gedachte, zoals de aandachtige lezer al wel zal begrepen hebben, omdat je eerst miljonair moet zijn om de Belgische politiek te kunnen begrijpen.
Toen hij daarna de drankjes betaald had en de kleine kasbonnetjes die de purser in een apart schaaltje naast het schaaltje met de nootjes en het schaaltje met de chips op tafel gezet had, opgenomen had en met een breed gebaar in zijn portefeuille gestopt had (‘dat is voor de belastingen’, zei hij, maar iedereen weet dat dat niet telt voor de belastingen - je zou zo als het ware alle papiertjes van de andere klanten die onder tafel gevallen zijn kunnen oprapen en zo aan de inspecteur van belastingen voorleggen - ik heb een broer die door u en mij de mond opengehouden wordt, ik zal het hem eens vragen) liepen we naar de trein.
Mark van P. zei me dat hij - hoewel hij een eerste-klasseticket had, toch maar bij mij in de tweede klasse zou gaan zitten, iets wat ik bijzonder lief van hem vond en wat ik met een zo gewoon mogelijk ‘ach ja, want anders gaat niet’ beaamde.
Toen de trein eindelijk vertrokken was, en ik met spijt dacht aan het glas Engels bier dat ik - omdat Mark van P. plots weg wou uit angst dat hij die trein toch nog zou missen - halfvol had moeten laten staan, vroeg ik hem of hij nog wel eens met zijn stem op de radio kwam (‘ja’, zei hij, ‘een keer per maand’) en of iemand in de commercie dan nog wel eens zijn stem herkende.
Hij maakte door een teken duidelijk daarover het liefst te willen zwijgen.
Na enig aarzelen zei hij ten slotte: ‘nee, het heeft lang geduurd voor ik daarbij doorhad dat het toch niks werd - het duurt een tijd, he, je stelt je daar in het begin erg veel van voor - maar nu heb ik het toch opgegeven.’ Dat vond ik jammer, want ik had Mark van P.'s stem altijd een mooie stem gevonden.
De conducteur kwam langs en vroeg naar onze tickets. Ik reikte hem mijn ticket en Mark van P. begon zijn zakken na te zoeken, terwijl hij snel en hevig praatte over de verschillende verkoopstechnieken die hij toepaste. Hij schaamde zich een beetje toen hij zijn tweede-klasseticket moest laten zien. Maar het was wel naar Parijs.
We hebben toen nog de rest van de reis over zijn oom en tante zitten praten.