Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 119
(1974)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 273]
| |
Dietsche Warande en Belfort 119de jaargang nummer 4 mei 1974 | |
Christine D'haen / O caro lacteaGa naar voetnoot+Rose is a roseGa naar voetnoot+ is a rose is a rose, doodloos en broos,
omzwachtelend zwoelte en koelheid, lip aan ooglid, licht
om ingevlochten schemer, reuk in kreuken, randen
van omgerolde vleezen voering; van zon doorzicht
de rozen zijn 't waarmee ik paar, elk bloemblad plooi,
maar parend stempel vind en stuifmeel, een phytischGa naar voetnoot+ slechts geslacht.
't Is eetbaar weefsel, voelbaar ingewand, maar zonder
het bloedwarm binnenbuiks gedarmte en zonder 't bitter
sterfzweet, aders en gebeente uitbrekend, 't rood
borrelend en stollend bloed dat eens, voorgoed
ons met den plotsen doodsschok zelf en al ontrukt,
ons die eerst lachten wurgend, lach in reutel stikt.
Ruggewaarts, ruggewaarts staart, vooruitgaand, gebukt
onder de'oude, de voeten verkoperd in blaren
de herfstige held
tusschen de vlammende en de verrijzende stad,
gehelmd, bepluimd nog, maar aarzelender omdat
hij Rome nog baren moet, Troje reeds heeft verloren.
Rose is a rose, rose is a rose is a rose, rose is a rose is a rose is a rose.
Ruggelings ligt, onder zooveel rozen, Rilke en Redouté
zonder één klacht.
|