Kroniek
Marcel Janssens / Made of words, in woorden geklonken
Het oeuvre van Willy Roggeman, zoals andermaal blijkt uit made of words, acht structuren (nieuwe nijgh boeken, 43, 1972, 131 blz.), teert op een aantal fundamentele ambiguïteiten die hij door artisticiteit en creativiteit tracht op te heffen in momenten van homoïostase, d.w.z. in een toestand van stabilisatie van alle functies van het fenotype. - Dat zijn veel bastaardwoorden ineens, maar Roggemans teksten zijn met bastaardinkt geschreven, met Gottfried Benn, blues, free jazz, Yin Yang, axolotls, Kant, Novalis, Mondriaan. De structuren van zijn nieuwe bundel zijn door ambiguïteiten overwoekerd. Ze komen in een aantal opposities aan de oppervlakte. De meest fundamentele (op het abstractste niveau) lijkt mij de dualiteit contingent/absoluut te zijn. Ze wordt geïncarneerd, geschreven, getransformeerd in een reeks opposities aan de oppervlakte, waarvan ik er enkele noem. Er is de tegenstelling tussen het irrationele, dat met de contingente zijnswijze van het eindige fenotype in de huid van zijn lichaam blijkt samen te hangen, en de perfectie van de geometrische welgevormdheid. Luciditeit is voor de creativiteit van Roggeman onmisbaar, maar in het met de tijd vervliedende pragmatische leven gaat ze in banaliteit en verbrokkelende vluchtigheid teloor. Met de geometrische vol-maaktheid associeert hij eerder: analyse, speculatie, constructie, wetmatigheid, methode, wiskunde, ascese, helderheid. Termen die hij langs die pool van de fundamentele oppositie graag opstelt, zijn verder: fuga, schaakbord, Mondriaan. Tegenover de wankelbaarheid van het centrifugale ogenblik staat de middelpuntzoekende streving van het bewustzijn dat eerst in de artisticiteit zijn homoïostase vindt. Dynamische vervloeiing staat polair tegenover het statisme van de ver-volmaking, de afronding. Uit de banale veelvuldigheid van vervangbare weggooiobjecten moet het unieke object, het artistieke, uitstulpen. Uit de taal die wij verbabbelen of via
de kanalen van de efficiënte nuttigheids-communicatie verbruiken, zal een linguïstische structuur oprijzen, zoals een free-jazz-musicus met geluiden die ieder kan produceren, unieke structuren maakt. Tegenover het doen, dat het pragmatisme en de gangbare communicatie regeert, profileert zich het maken. Uit de faciele leesbaarheid van verbruikte en misbruikte tekens treedt de harde, zuivere, ‘onleesbare’ tekst