Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 118
(1973)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 504]
| |
Armand van Assche / GedichtenGa naar voetnoot*De formule van de dauwI
Dauw is ver onwerkelijk
buiten de dampkring
en besproeit
de appelflauwte van dichters.
Als ik opsta, zie ik
de damp onder de zuigkap
en als ik nuchter buitenga,
is het gras nat. Ik trap erop.
Het raakt mijn koude kleren niet.
Ik ben immuun
geblazen
in de zuivere tussenruimte
van dubbelglas
damp nooit aan, gluur niet binnen,
zet geen duimafdruk
en blijf onzichtbaar zweven
in de dampkring.
Als onverwacht de temperatuur stijgt,
zet ik uit
in een prentkaart van bloeiende bomen
en leg ik op mijn ogen
nee, geen chemische zalf
maar verse dauw
uit een blikje.
| |
[pagina 505]
| |
II
Vanop mijn molshoop
is mijn blind-bekende-weg
als uitzicht ruim genoeg.
Ik zie wat ik wil zien.
Geen dauw waast voor mijn ogen
want ik ben vrij
van zorgen
- de natuur is beschermd -
- de werkplaats is beschut -
En zie ik minder
als het volle licht
door een spleet binnenvalt?
Mijn ogen gaan langer mee.
Ik leef op een kier.
| |
[pagina 506]
| |
Het circuitDe stad hangt omlaag in zijn hoofd
als een roos in een gedicht
De vergeelde man wordt
in het archief geborgen
Geelzuchtige trams rijden tot
in de oren van zijn ziekbed
Verpleegsters spreken tegen vazen
verbloemde hoop
Zijn hoofd hangt in een lichte wolk
als zijn kinderen vertellen
Als hun sporen zijn uitgewist
en zijn krant is opgevouwen
zinkt de grijsaard
overtrokken in zijn zetel
en verdwijnt in zijn geheugen
als een tram in de metro.
|
|