bijv. Dirk Christiaens of vnl. Patrick Conrad. In de beste gevallen ontstaat daardoor een paradoxale eenheid, die een getrouwe symbolische gestalte is van de uiteenlopende en contrasterende existentiële ervaringen van de mens. Bijv. in ‘(naaktfoto)’ (15), ‘Nadien’ (25), of een vers als ‘Finaal’ (23):
De draden die de stilte spant
dragen de slijtige insignes
van roest, spijt en scheuren.
Maar vaker blijft die poëtisch onthullende kracht steken in een woekerende woordbrij, die alle eventuele gevoelslading voor de lezer inauthentiek en onwaarschijnlijk maakt. Artificialiteit is het grootste gevaar van deze poëzie: zij kan de bestaanservaring verstikken of haar boven haar mogelijkheden willen opblazen.
De laatste cyclus, ‘Société Nationale des Chemins de Fer’, valt daar in zekere mate buiten. Deze verzen, die een concreet afscheid onder woorden brengen, zijn veel eenvoudiger en directer van schriftuur. Maar ook hier vindt de dichter moeilijk evenwicht tussen soms al te banale mededeling en poëtische objectivering. Ondanks dat maakt deze cyclus een veel authentieker indruk en bevat enkele zeer goede verzen en strofen, die de sfeer van weemoed en onzegbare triestheid, eigen aan stations, lange treinreizen en een ‘Hotel de Commerce, / met koper en palmen in de gang’ voortreffelijk verwoorden.
***
De jongste bundel van Patricia Lasoen, Het Souvenirswinkeltje van Lukas (Amsterdam-Brussel, Paris-Manteau, 1972) bevat 31 gedichten, gegroepeerd in vier afdelingen. Tegenover haar vorige bundel, Recepten & Verhalen (1971), is er geen wezenlijke evolutie, tenzij dan misschien in het feit dat