Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 118(1973)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 408] [p. 408] Marcel van Maele / Behandeling (fragmenten) 1. Wat hij bedoelde en tot wie hij sprak bleef onduidelijk zodat z'n woorden niet te weerleggen waren. Dat was het gesprek: sluit niet het hek. In bloedeigen gebaar, met een verbaasd gezicht van ‘hoe laat is het nu?’, de strijdbijl neergelegd. Geen schijn van kans, de hoop is boter aan de galg. Overleven, op een zacht pitje weet je wel (ik leg m'n petje op dat pitje). De duif vliegt van hand tot hand maar is in de achteruitkijkspiegel reeds aan het strand waar zij de stilte zweeft. Met een koele vloek sla ik deze gedachte neer, geachte heer. [pagina 409] [p. 409] 2. Ik heb het gesprek op de voet gevolgd en notities genomen en schetsen gemaakt. Nu wil ik m'n laatste wilsbeschikking maken maar het kantoor van de notaris is gesloten en de mensen niet te storen (de wereldbeker staat deze avond op het spel). Behoeftige onderdanen overwinteren en roepen VIVE LE ROI, dat warmt wat op. Het vaderland, het moederstrand, het dochtersdal, het zonenwoud. En praten - tussen de koffie door - over Zuid-Afrikaanse rietsuiker. En zij? Ach ik sta beheerst te lonken naar de vonken in haar ogen, naar de vleugels van haar woorden. En ik? Ach zij zoekt de oe-klank in het oerwoud van m'n dromen in de hoeken van m'n slaap. [pagina 410] [p. 410] 3. Zodra een onweerstaanbaar grauwvuur denkbaar wordt sla ik zwakstroom doorheen het ontveld geweld, twijfel ik, kraai ik hoger dan duizend vreugden. Sluip dieper in de tuin der lusten: wijs van wijn dronken van vreugde blijer dan de witste wolken. Ik wend me van het gebeuren af en leg me te velde. Vorige Volgende