Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 118

[p. 321]

Dietsche Warande en Belfort 118de jaargang nummer 5 juni 1973

Christine D'haen / Opus

Eirond, eirijp, tusschen het kraam- en reeuwstroo,
homunculus uit menschenbloed verdicht,
en golem krijtend in de kolf,
dienaar van rabbi's, heerscher over heeren,
uit rond retort, reuzachtig, tweegeslachtig;
en mandragora voor de rhizotomen,
de zwarte, baardige vorst van 't ondergrondsche,
gerimpeld kind, oerwijze wortel,
daaglijks gewasschen, en met melk en wijn
gevoerd, tegen Melancholia machtig:

Ver pelgrimeeren naar den Meestermagiër,
't hiëroglyphenmanuscript ontraadselen,
dan 't stoken van den kookpot, 't werk
onder den dierenriem in 't heimelijk huis
baart den geleerden dien karbonkelsteen:
die hemelschen beveelt al 't sterfelijk lood
tot onvergankelijk goud te keeren, mij
geneest met Quintessens en Ether,
wat was en wordt ontzegelde oogen toont
in sphaera van geblonken elpenbeen.

Het Bijbelsche breshith bara begon
't onstelpbaar wentelen van 't gesternte-rad
geworpen in den ring; de voet
des dansenden vierarmigen Shiva treedt
de arena van geboort en weergeboort;
ons likt altijd de moederlijke koe
Audhumla met haar zoetgevleeschde tong
te voorschijn uit het zilte ijs,
zoo warm ontwaken wij temidden melk
die uit den tepel van haar uier droop.

[p. 322]

 

Onder de dauwsche wolk, in regenroes,

 

woon ik nabij het brongeborrel, 't vocht

 

waarmee de muze menschen lescht

 

de' oorspronkelijken dorst en smeltend voedt;

 

dan zwemt, geboren uit het groeizaam slijk,

 

gedrenkte meermin, badende Naïade

 

in 't mild impluvium lijk de schietspoel door

 

de schering willig meegeschoven;

 

een margarita in 't parelmoer gestold,

 

van zuiver water, zwaarkaraats, is 't Rijk.

Kraamstroo: stro waarop de hen haar eieren legt.

Reeuwstroo: stro waarop men bij de boeren doden legde.

Homunculus: de alchimisten poogden een homunculus (mensje) te vormen.

Golem: Joods woord: embryo. In de M.E. ontstond de legende dat rabbi's een wezen konden maken dat hen gehoorzaamde, maar gevaarlijk kon worden. Hij schreeuwde soms reeds in de kolf, werd reuzengroot, was een soort automaat.

Retort: distilleerkolf.

Mandragora: alruin (nachtschadigen); de wortel gelijkt soms op een mensje, werd in de middeleeuwen uitgegraven (rhizotomen = wortelgravers) en met wonderlijke eigenschappen bedacht.

Breshith bara: eerste woorden van de Hebreeuwse Genesis: in den beginne baarde...

Audhumla: een der verhalen der Germaanse mythologie zegt dat de mensen uit ijsblokken gelikt werden door deze mythische koe.

Impluvium: waterbekken in de Romeinse binnenkoer, voor het op vangen van regenwater.