Andries Glass voelde zich vreemd ontroerd en bekeek het meisje wat nauwkeuriger.
Ze had mooie, blonde haren, die soms glansden als koperdraad, en een fraai figuurtje, met aantrekkelijke welvingen onder een grasgroen poloshirt en rode jeans. Een afschuwelijke kleurencombinatie, dacht hij, maar het staat haar voortreffelijk.
Toen ze even naar hem glimlachte, maakte Andries Glass hiervan gebruik om haar mede te delen dat hij er eveneens aan gedacht had een bordje mee te brengen, met precies dezelfde tekst.
‘Dan had u dat moeten doen ook’, zei ze strijdvaardig.
Hij zei haar om welke reden hij er van afgezien had.
‘Dat is geen argument’, zei ze, ‘dat is alleen een excuus om steeds weer het echte handelen uit te stellen. Als je zo consequent doorredeneert, heb je enkel reden tot protesteren als er een regen waterstofbommen onderweg is. En dan heeft het ook geen zin meer.’
Andries Glass moest haar gelijk geven, maar omdat hij het wel prettig vond met een zo leuk meisje te praten wierp hij een ander, vrij spitsvondig, argument op.
‘Overigens’, zei hij, ‘vind ik, ook al ben ik het er mee eens, de maatregel die vogelvangst verbiedt onvoldoende en bovendien zeer egoïstisch van strekking.’
Het meisje liet haar bord zakken en keek hem verbaasd aan.
‘Waarom’, vervolgde Andries Glass, ‘protesteert men wel tegen het vangen en doden van vogels, maar niet tegen het vangen en doden van vissen? Is een vishaak misschien humaner dan een vangnet? Neen, juffrouw, integendeel. De haak verwondt de bek van de vis, de vis wordt langdurig en steeds pijnlijker gekwetst terwijl hij vecht voor zijn leven. En wat doet de visser als hij de buit heeft opgehaald? Als de vis te klein is, werpt hij het zwaar gekwetste en gemartelde dier terug in het water, en als de buit voldoende omvang heeft laat men hem langzaam sterven. Niemand protesteert. Waarom niet? Omdat vis eten gezond is. En omdat vissen niet zingen, wat vogeltjes wel doen, en wat ons zeer pleziert.’
Het meisje bleef hem ditmaal het antwoord schuldig, en ook daarom zag ze er zo schattig uit dat Andries haar zonder aarzelen uitnodigde samen met hem, na afloop van de nationale protestbetoging uiteraard, iets te gaan drinken. Ze zei dat ze dat graag wou doen, om verder te praten over het door hem opgeworpen probleem. Hij dronk bier, want het was vrij warm, en zij ook. Het werd een heel aangenaam gesprek, tijdens hetwelk ze samen de mogelijkheden bespraken om een stop-de-visvangst-actie op touw te zetten.