Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 117(1972)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Clem Schouwenaars / Een zachte Saraceen Ontzaglijk in zijn waarheid en Verbijsterend van eerlijkheid. Derhalve onvermijdelijk hij lijden Zal en bloeden allertijd. Hij schudt zijn weerzin af, bereid en Angstig voor de wonden die hem wachten, Reine dwaas, verrukte, verachte. Onmisbaar echter, nu de hete Jaren nog zijn dagen dragen, En zijn zachtste vingers weten Nog het wekken van haar grage Tepels, in zijn huis en bed Hij weet haar ademen, haar vragen, Haar heidens tussenbeens gebed. De avonden, helaas, zijn nu het traagst En eenzaamheid duurt langer dan de dagen. De zon verlaat de straat. Het laagste Dak ternauwernood zij raakt, weerkaatst Nog op de muur van zijn terras En schuift de eerste schemer langs. Hij wacht en proeft de walging in zijn glas. En nu hij ziet - dit zien is ogen Dragen in de holten van het hart- Hoe, alles door het donker overtogen, Verstilt en één wordt in een eender zwart Van roerloosheid, ontroerd hij wordt een zachte Nacht, een mens met mensen, vloek ontward Tot rust: het einde nadert van zijn wachten. Vorige Volgende