(Gides morele of Robbe-Grillets literaire tekst) gebruiken om iets nieuws te produceren; anderzijds kan men ook op ludieke wijze zijn eigen produkten herstructureren (lees: herkauwen). Wanneer men, met dit laatste inzicht voor ogen, De aftakeling leest, begrijpt men het schijnbaar heterogene karakter van deze bundel. De betekenis (niet: de waarde!) van slechte stukken zoals ‘De verwarring’ (1958) wordt pas duidelijk in het licht van ‘Een aftakeling’ (1968). Daarin lezen we namelijk: ‘Het verhaal “de verwarring” lijkt me dan ook een hybried misbaksel...’ (p. 132); dit betekent dat de tekst van 1968 als constitutief element de kritiek op een tekst van een decade vroeger gebruikt.
Een ander duidelijk voorbeeld biedt ons ‘De zichtbare dingen’, dat een kruising is van drie teksten: de eerste tekst is die van de ervaringen die de verteller en zijn vrouw opdoen; de tweede is een ‘verhaal’ dat nooit voltooid werd, en dat zich situeert in de ‘nieuwe middeleeuwen’ (het tijdperk na de laatste wereldoorlog die alles vernield heeft); tekst nummer drie, ‘waarvan ik wel enkele fragmenten heb geschreven’ (p. 93) situeert zich in dezelfde tijd, wat regelmatige insnijdingen van tekst twee in tekst drie mogelijk maakt. Het centraal bindende element is ‘de Phi’, een mysterieus metalen voorwerp. Ziehier hoe de verteller de reden samenvat waarom hij deze tekst geschreven heeft: ‘Ik moest dus voor mezelf en voor haar (d.i. zijn vrouw), het mogelijk, toekomstig verband ontdekken tussen deze twee verhalen en onze ervaringen’ (p. 107).
Het summum van deze meccanotechniek is ‘Een aftakeling’, dat daarom ook met reden als titel van de bundel gekozen werd. De tekst is namelijk niets anders dan een mislukte poging om drie andere, onafgewerkte teksten uit te schrijven, ‘Geen literair avontuur (...) Het afmaken van drie teksten, niets meer’ (p. 137). Bij deze onderneming reflecteert de schrijvende hand voortdurend op haar eigen activiteit, en het besef van haar onmacht geeft aan de hele onderneming een tragisch tintje, dat echter zo sterk tot de papieren werkelijkheid van de tekst hoort dat we het nauwelijks au sérieux kunnen nemen: het hoort bij het spel.
Ondanks bepaalde nieuwe, interessante elementen, heeft ‘De aftakeling’ ons onbevredigd gelaten. Wij menen dat de belangrijkste reden hiervoor de volgende is: Veydts geschriften lijken ons te zeer illustratie van een bepaalde literaire theorie. Zoals men Salvador Dali al eens verwijt dat hij schilderijen maakt om Freuds theorieën te bevestigen, zo ook kan men zich afvragen of Veydts geschriften zich niet al te