Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 115(1970)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 604] [p. 604] Gwij Mandelinck / Proces Wij drogen het zout, de stem van de zee, openen stammen als heel smalle deuren, wij bouwen met zand het fijnste gebaar. De rivier ligt als een kieuwspleet in de grond, de regen wordt als lis gesneden, wij eten de sprinkhaan met bijsmaak van honger. Boven de karavaan loopt het zachtste pad, als vingertoppen raken de tongen het water, onder de teenkootjes kraakt het geluk. De mond is een wijnvlek op de taal, het woord krult op als een zuringblad; van de schoonheid wordt het bladmoes weggegeten. Ik word een plant die haar slaapstand zoekt, een vogel die de kop onder zijn vleugel schuift. Vorige Volgende