Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 115(1970)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 289] [p. 289] Max van Leeuwen / Gedichten Poëziebladeren De herfst geeft poëziebladeren uit onder eigen beheer. Bomen zetten daarbij een boom op met overslaande stem van kraaien nog als enig kruingeluid. De wind beschrijft het nawoord met zulke blanke verzen dat een hofstee aan de einder er steenbloot van staat en het rookhemd hapert aan het hoofd. De herfst moet op elke bladzij kleur bekennen en zozeer ga ik in het lezen op dat een uitroepteken van herkenning zich uitrekt van de regen in de drop. Wat groeit naar afscheid raakt van lieverlee buiten de deur. [pagina 290] [p. 290] Ter ere De sneeuw is de dwaal over het altaar de aarde de bomen zijn kaarsen waarvan er een brandt van de maan, hagen zijn vingers saamgevlochten met ouderwetse witte rozenkransen waarvan de kralen verschuiven op het fluistergebed van de wind. Onder de dwaal van het altaargesteente rust zacht berustend ter ere en nagedachtenis een splinter uit het verdeelde gebeente van godweet welke martelaar en welk een winter. Vorige Volgende