Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 115(1970)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 246] [p. 246] Paul vander Schaege / Dertig en herfst Dit is mijn najaar geworden. Ik praat met verpuinde woorden. Ik rafel aan alle randen van zin en zenuw uit. Gedichten klimmen naar mijn keel met dit brak water; zeggen mij: herinnering en zompen en lemmers van lis. De zon die bleef na de verkorte zomer is mes, is zeis. Nu wil ik het hart zijn in de vrouw, een bloem die ik ook nooit kan kopen dan met, uiteindelijk, doods blauw. Ik ren in mijn kennel, mijn najaar. Ik laat mijn hond, de loopse teef de ratten vangen aan de beek en voel me kuis. Een heldere Pilatus. Ik zet een val over de loopgang van de mol. Tussen nacht en ochtend ondergraaft hij de bloemen. Ik voel me kuis. Ik voel me water, koel voor het bevriezen. Vorige Volgende