Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 115(1970)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 181] [p. 181] Stefaan van den Bremt / Gedichten Dood Punt Ik schuil in taal. Woorden rijzen rechtopstandig op de blinde speerpunt van mijn zinnen. Ik folter en aanbid ze in een afgoddelijk gericht. Ik breek hun schaal. Ik kerf een totempaal tot hun gekarteld teken. De dag verzuilt. De tijd staat heidens stil. De zon telt koppensnellend zijn trofeeën. Ik wordt een opgezet dood dier. Ik ben niet hier. Dit is mijn stoffelijke overschot. Ik tuimel in een valkuil in de wolken. [pagina 182] [p. 182] Signalement Dit is mijn enige volstrekte daad: dat ik geboren ben. Waarbij ik ongetwijfeld schreeuwde als vermoord; zoals het hoort. Nadien gaf men mij namen. Of ik alsnog dingen deed sindsdien door eigen toedoen, is mij niet duidelijk. Ik weet: ik leef: dit is van mij. Zodoende heb ik leren zwijgen. Ik kan zelfs zwijgen als ik spreek. Ik ben niet eens meer in mijn eigen woorden als ze je bereiken. Het is geen gein: Ik ben niet hier. Er is van bij 't begin dit grandioos misverstand. Zeg mij zijn zin. Ik wacht nog steeds op het appèl waarop ik mij aanwezig meld. En schrijf, in afwachting, wijl ik verblijf ondergetekende, met alle achting. Vorige Volgende