Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 113(1968)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 484] [p. 484] Pieter G. Buckinx / Vier gedichten Eeuwen verbonden liggen wij samen Eeuwen verbonden liggen wij samen in de goudglans van de nacht ineengevloeid, als goden, onkwetsbaar nu voor immer. Geen geluiden meer in het maanlicht, geen vogels meer in het lover, geen schaduwvlekken op uw voorhoofd meer, alleen de ademloze spiegel van de stilte binnen de goudglans van uw ogen onder de prille schoonheid van de natte wimpers zwaar van zaligheid en slaap. [pagina 485] [p. 485] Zomerochtend Het licht klimt in mijn raam en springt langs de bloemen en het brood op het tafelblad. Wij vinden geen naam om die glans te noemen en glimlachen maar naar de hond op de mat. Het licht klimt in uw vingertoppen, ik kan het betasten en strelen tot in uw diepste grond, zodat het duizendvoudig openbloeien gaat op uw glanzende schouder die nog proeft naar de nacht en de tederheid van mijn mond. De tijd valt stil: is dit de eeuwigheid? [pagina 486] [p. 486] Wat ik schrijf met deze hand Wat ik schrijf met deze hand zal blijven duren lang nadat deze hand tot as is verbrand. De woorden blijven wonen wellicht in de droom van een kind dat onder het bladgoud van de herfst naar de wind in de bomen luistert. Niets vergaat, noch de spiegeling in uw oog, noch het beven van het maanlicht op de schouders van de voorjaarsbruid, noch het hout dat in het zomervuur verdort. Niets vergaat, ook niet de grauwe as die met de wind verwaait en in de waterval der eeuwen wit gewassen wordt. [pagina 487] [p. 487] Abstract landschap 1920 voor Felix De Boeck Hij raadt de geheimen der goden achter de duistere schaduw van de nacht, die de uiterste grenzen van de ruimte omspant en zichtbaar trilt op de bloedwarme balken en lijnen onder de gloeiende asse. De Brabantse heuvelflanken in glanzende schilden gevat, weerspiegelen de dierbare trouw aan het oeroude vadererf. De bomen die hij bezielde met blijdschap en kleuren en bloesems bewegen niet meer in de maannacht, maar de doden herkennen hem weer, nu de vleesgeworden snijpunten der piramiden de schepping weerkaatsen en binnen de witte lichtvlek van de stilte het onzichtbare zichtbaar wordt. Vorige Volgende