Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 111(1966)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 669] [p. 669] Heli Rombaut Adelaïde Open in de witte vlakte ligt zij, gespreid in de etherlucht. Hoe loop ik? Adem ik de dag sneller, of zit ik in het gezouten luchtmeer? Versteende woorden op de lippen, handen van leem grijpen naar de ijsrots in het been. Een zingen van de laatste liederen Een journaal van de wieg tot hier. Snel rijpt de dag. De stem is dood en toch leeft zij laat in de nacht. Het is wachten, het is de wind bevechten. Het is het laatste water drinken, een laatste glimlach, de mooist gevergde rozenlach. Het is het schrijven van het laatste paspoort en dan ... verpozen, haast onbewogen in de open witte vlakte. [pagina 670] [p. 670] Een verstrooide schilder Waar de zon haar stralen rekt tel ik de jaren van ons leven. Bevlekt is de gespannen draad: een nevel in de morgen. Onophoudelijk tekenen van beken en bergen. Verslagen zijn in de gestelde vragen. Waag ik de stap in het spinneweb? De dag ademt fris, en opent zich in de kille mistwind. Vorige Volgende