| |
| |
| |
Ds. W. Barnard en T. Naastepad
Kerkliederen vandaag
Duidelijk onderscheiden van de persoonlijke religieuze lyriek is in de jongste jaren een collectief religieus experiment tot stand gekomen dat leidt tot een opmerkelijke vernieuwing van het Nederlands kerklied. Daaraan hebben o.m. meegewerkt J.W. Schulte Nordholt, Jan Wit, Guillaume van der Graft (W. Barnard), Ad den Besten, Muus Jacobse, Huub Oosterhuis en Tom Naastepad voor Nederland, en Gery Helderenberg en M. van Vossole voor Vlaanderen.
Het zou onjuist zijn dit experiment, dat voor een deel ook het eigentijds vertalen van oudere teksten omvat, op zuiver literaire gronden te beoordelen. Het dient namelijk ook te beantwoorden aan pneumatische criteria, aan het criterium van de zingbaarheid en aan de veranderde gevoeligheden die in de hedendaagse kerkgemeenschappen leven. Bovendien bepalen tekst en melodie samen de kwaliteit van een kerklied.
Dit alles brengt mee dat een literair tijdschrift wel belangstelling kan opwekken voor deze vernieuwing, maar nooit het fenomeen ten volle kan belichten.
Dat het dichten en zingen van kerkliederen steeds meer een oecumenische aangelegenheid wordt, kan de gelovige van deze tijd alleen maar verheugen.
Met de publikatie van de hier volgende nieuwe teksten van W. Barnard en die van T. Naastepad in onze eerstvolgende aflevering, willen wij andermaal de aandacht van onze lezers vestigen op auteurs die hun naam aan deze belangrijke onderneming verbonden hebben.
Redactie
DS. W. BARNARD
| |
Het Te Deum naar Luthers bewerking
Te Deum laudamus (van Niketas van Remesiana, ± 400) door Martin Luther (1483-1546) bewerkt voor volkszang in het Duits in 1529.
Voor de zangwijs zie men het Evangelisches Kirchen Gesangbuch, nr. 137. K = koor, G = gemeente.
looft alles wijd en zijd.
zingen met onvermoeide stem:
KG.: Heilig is onze God de Here Zebaoth!
| |
| |
Over het rond der aarde heen
Christus, Koning in heerlijkheid,
Gij hebt de mensen vrijgemaakt
Bedwongen hebt Gij dood en kwaad,
Verheven aan Gods rechterhand,
Gij die ten oordeel wederkomt,
Die Gij verlost hebt door uw bloed
Laat ons eeuwig in ere zijn,
Maak zalig wie U eigen zijn
Gij die ons aller Koning zijt,
Wij loven U, Heer, dag aan dag,
Bewaar ons heden zondeloos,
Ontferm U, ja ontferm U, Heer,
Betoon ons toch barmhartigheid
Op U heb ik mijn hart gezet,
G: zijn van uw macht en glorie vol.
belijden U met vaste stem,
zijn altijd tot uw lof gereed.
is heel de Kerk in eerbied een.
Vader die hooggezeten zijt!
en trooster Gij, o Heilige Geest!
die eeuwig Zoon des Vaders zijt,
en niet geschuwd de schoot der maagd.
zodat de hemel openstaat.
geef aan uw knechten onderstand.
wij bidden U als uit één mond.
smeken U dat Gij ons leven doet.
o Heer, met al uw heiligen.
en laat uw volk gezegend zijn.
verhoog ons nu en te allen tijd.
eren uw Naam en uw gezag.
hef uw ontferming over ons.
zie in genade op ons neer.
die al onze verwachting zijt.
beschaam mij niet, o Heer mijn God!
| |
Een lied voor Pinksteren
(Bij dit lied bestaat een toonzetting van † Anthon van der Horst)
1.[regelnummer]
Heer, voor uw adem bevreesd,
maak ons tot geest van uw Geest,
ja, maak ons waarlijk vrij.
2.[regelnummer]
Blaas nu op vlees en bloed,
waai ons uw woord tegemoet,
dat maakt ons waarlijk vrij.
| |
| |
zingend en waarlijk vrij,
| |
Een lied om een kerk in te wijden
Te zingen op de wijs van het Veni Creator Spiritus, zoals dat door Luther voor de volkszang is vereenvoudigd.
(in het schip van de kerk:)
1.[regelnummer]
Hoe goed, o Heer, is 't hier te zijn,
bij woord en water, brood en wijn,
waar alles ons een dag voorspelt
dat hel en dood zijn neergeveld.
2.[regelnummer]
Ons leven zal geborgen zijn
en eenmaal zal het morgen zijn,
als helder licht ons overstraalt;
een Davidsster die nooit meer daalt.
3.[regelnummer]
Hier staan wij waar uw stem weerklinkt
en 't eerste licht in duister blinkt
dat scheiding maakte tussen nacht
en morgenstond - het leven wacht.
4.[regelnummer]
O Heer, wij leven totterdood -
Gij roept ons uit de moederschoot
om ongehinderd op te staan
en naar 't beloofde land te gaan.
5.[regelnummer]
Gij doet ons reizen door de tijd,
verbonden in saamhorigheid,
in vreugde en verwondering,
in hoop en liefde onderling.
6.[regelnummer]
Heb dank, dat Gij aanvaarden wilt
wat hier een mens van d'aarde tilt:
een oogst, een dienst van offerand.
Wij geven 't U uit uwe hand!
| |
| |
7.[regelnummer]
Gij Geest die woorden leven doet
zodat ons oor het Woord ontmoet
waarmee Gij roept wat nog niet is,
uw toekomst, uw geschiedenis, -
8.[regelnummer]
Ontsteek uw licht in onze geest,
zodat ons hart verwonderd leest
wat nog voor 't oog verborgen ligt
in uw bereik, in uw gezicht;
9.[regelnummer]
en als wij treden in de kring
rondom uw heil en zegening,
verenig ons en maak ons vrij
van dood en schuld en slavernij!
10.[regelnummer]
Geloofd zij God die eeuwig leeft.
Geloofd Hij die zijn leven geeft!
Geloofd Hij die ons leven doet:
één lichaam uit één vlees en bloed.
| |
Een lied op de middag
In aansluiting bij William Wordsworth (1770-1850), The Labourer's Noon-Day Hymn.
Kan gezongen worden op de wijs van Herr ]esu Christ dich zu uns wend’ (EKG).
1.[regelnummer]
Des ochtends als het licht ontstaat,
's avonds, wanneer het ondergaat,
zij God geprezen die de dag
verrijzen doet op zijn gezag.
2.[regelnummer]
Hem loven wij om 't lieve licht,
afschijnsel van zijn aangezicht,
wij loven Hem des morgens vroeg,
des avonds laat en nooit genoeg.
3.[regelnummer]
Maar als de zon gerezen is
die ons een beeld van Jezus is,
dan is op 't hoogste van de tijd
de dag een berg van heerlijkheid.
| |
| |
4.[regelnummer]
Want alles spreekt, maar zonder stem,
van Hem die heilig is, van Hem
die dag en nacht doordringen zal,
de dag een berg, de nacht een dal.
5.[regelnummer]
Heel 't ondermaanse staat gereed
door Hem te worden overkleed
gelijk een stad, gelijk een bruid,
de wereld kijkt haar ogen uit!
6.[regelnummer]
O Zonne der gerechtigheid
die stralende van liefde zijt
en blakende van streng gericht,
hef over mij uw goed gezicht.
7.[regelnummer]
Ik bid tot U, mijn heilig vuur,
ik bid U in dit middaguur, -
één dag, één leven is zo kort,
maak dat ook ik verheerlijkt word!
| |
Een lied in de avond
Vrij naar Phoos hilaron (Griekse vesperhymne, reeds vóór de vierde eeuw).
Kan gezongen op het Nunc Dimittis, melodie van Louis Bourgeois in de Geneefse Psalter.
dat straalt van eeuwigheden,
verliest aan het verleden.
zien wij het licht dat schijnt
en dat ons blijft bewaken,
en Zoon die nederdaalt...
en Geest, Gij vuur en baken!
bij 't vallen van de nacht
zal 't nieuwe licht ontvangen.
| |
| |
| |
Da nun der Tag uns geht zu end
Johannes Zwick (± 1496-1542).
1.[regelnummer]
Nu deze dag ten einde gaat,
zoals ons alle tijd verlaat,
ons leven in de nacht verglijdt,
wees met ons, Heer, aan deze tijd.
2.[regelnummer]
Wij bidden U van harte zeer,
o Heer, zie op de mensen neer,
neem hen in uwe liefde aan,
dat zij in vrede voortbestaan.
3.[regelnummer]
Verzoen uw kinderen, dat wij,
van vijandschap en wrevel vrij,
met allen, die ons hinder doen,
verbonden zijn. O Heer, verzoen.
4.[regelnummer]
Sterk de gevangenen en troost
voor wie de tijden zijn het boost.
Geef hun uw goede vreugde weer
en wees hun toeverlaat, o Heer,
5.[regelnummer]
Schenk ons het lieve levenslicht,
wend niet van ons uw aangezicht,
nu wij bevelen geest en bloed
aan U, die heilig zijt en goed.
| |
How sweet the name of Jesus sounds
John Newton (1725-1807). Te zingen op de zangwijs St.-Peter van A.R. Reinagle.
1.[regelnummer]
O Jezus, hoe vertrouwd en goed
uw naam die mij geloven doet:
klinkt mij uw naam in 't oor,
Gij gaat mij reddend voor;
2.[regelnummer]
Uw naam die onze wonden heelt
die onze dood en zonde deelt
3.[regelnummer]
Mijn herder en mijn held, mijn vriend,
mijn priester die mijn schuld ontbindt,
mijn weg waarop ik treed;
4.[regelnummer]
Mijn leven zijt Gij en mijn doel,
neem aan mijn klein geschenk:
de liefde die ik voor U voel,
| |
| |
5.[regelnummer]
O naam van Jezus, fundament
een fonds van schatten ongemunt,
6.[regelnummer]
Zo helder klinkt die naam mij toe,
hoe zwak is wat ik denk of doe,
in scherven breekt het stuk.
7.[regelnummer]
Al wat ik doe, al wat ik wil,
maar sterk en vurig wordt de ziel
wanneer zij U aanschouwt.
8.[regelnummer]
Zolang Gij nog onzichtbaar zijt,
een zon diep in de nacht,
roep ik uw nadering reeds uit
9.[regelnummer]
O Jezus, hoe vertrouwd en goed
klinkt mij uw naam in 't oor,
als ik van alles scheiden moet
gaat nog die naam mij voor.
10.[regelnummer]
O naam, eeuwige ademtocht,
als eens mijn eigen adem stokt
dan draagt mij uw muziek.
| |
Ach bleib mit deiner Gnade
Josua Stegmann (1588-1632). Op de zangwijs van Melchior Volpius: Christus der ist mein Leben.
Blijf bij ons want de kwade
gaat schrikkelijk te keer.
2.[regelnummer]
Blijf bij ons, onze Heiland,
blijf bij ons met uw Woord;
bewaar ons voor de vijand
en leid ons veilig voort.
3.[regelnummer]
Blijf bij ons met uw klaarheid,
verlicht ons met uw waarheid,
dat wij ons niet misgaan.
4.[regelnummer]
Blijf bij ons met uw zegen
5.[regelnummer]
Blijf bij ons en behoud ons
de wereld die benauwt ons
6.[regelnummer]
Blijf bij ons en ons allen
Gij zult ons niet ontvallen,
|
|