Wolfgang Cordan ter gedachtenis
Wolfgang Cordan is op 29 januari 1966 in Guatemala overleden. Ik heb hem nooit mogen ontmoeten, maar toch heb ik hem altijd bewonderd om zijn kennis van het Nederlands en om de mooie vertalingen die hij heeft gemaakt. Hartmut Jäckel, zijn gelegenheidsbiograaf, zegt dat hij in de grond van zijn wezen een ontdekkingsreiziger, een zoeker en zwerver met wetenschappelijke ambities was. Wie zijn vertalingen en beschouwingen over poëzie heeft gelezen, eert hem niet minder als kunstenaar.
Cordan was in 1909 te Berlijn geboren. In de dertiger jaren en tijdens de tweede wereldoorlog woonde hij in Nederland en werd hij er vertrouwd met de levende taal. Die kennis, gevoegd bij een onfeilbaar aanvoelen van de levensachtergronden die achter een taal liggen, heeft hem als weinige anderen bekwaamd voor het werk dat hij zich had voorgenomen: in Duitsland belangstelling en waardering te wekken voor de Nederlandse dichtkunst.
In 1943 publiceerde het Tiefland Verlag, Amsterdam-Leipzig, de vrucht van zijn inspanning, ‘Spiegel der Niederlande, die niederländische Dichtung seit der Achtziger Bewegung en Der vlämische Spiegel, die vlämische Dichtung von Guido Gezelle his zur Gegenwart. In beide bundels komt een merkwaardige en vrij lange inleiding voor, die in haar soort als een voorbeeld mag gelden. Wat hij over Gezelle schreef, behoort tot het beste dat, beknopt in de verwoording, ooit over onze grootste lyricus werd gezegd.
Cordan heeft ook gedichten en verschillende romans nagelaten, o.m. over Julianus de Afvallige, en na de tweede oorlog heeft hij een tijdlang een tijdschrift geleid. Ruim tien jaar geleden verliet hij zijn vaderland om in Centraal-Amerika de overblijfselen van de Mayacultuur op te sporen en te bestuderen. Over zijn ontdekkingen en bevindingen verschenen verschillende boeken, waarvan de laatste zijn Götter und Göttertiere der Maya (1963) en Tigerspur (1964).
Ondertussen leverde hij nog enige vertalingen voor de Flämische Lyrik, die in 1960 door Heinz Graef, Jan Vercammen en J.L. De Belder bij het Max Hueber Verlag te München op de markt werd gebracht. Het blijkt dat Cordan zich in Europa niet meer thuis gevoelde; hij zocht elders geborgenheid en een waarde waarvoor hij kon leven en sterven zonder wanhoop om de nutteloosheid van alles. Hier zullen hem toch enige mensen dankbaar indachtig zijn.
A. Demendts