- Waarom zou ik liegen, mijn heer? vroeg ze.
Hij boog zich over haar en zijn blik boorde diep in haar blauwe ogen, maar hij vond er niets dan rust en lieftalligheid.
- Ai mij... kreunde Blauwbaard en hij wendde het hoofd af.
De volgende dag maakte hij zich gereed om weer van huis te gaan.
- Luister lieve kind, zei hij. In mijn kamer staan zeven koffertjes met sieraden. Op ieder koffertje steekt een sleutel. Zes van de sleutels zijn van goud en de zevende is van zwart metaal. De koffer met die zwarte sleutel moogt ge niet openmaken. Al de andere wel.
- Zeer goed, mijn heer, zei de jonge vrouw.
- Maar maakt ge hem toch open, zei hij dreigend, dan moet ik u ter dood laten brengen!
- Waarom zou ik iets doen wat gij niet wilt, mijn heer? vroeg ze.
Het duurde een volle week vooraleer hij weer thuis kwam en er speelde een vals lachje om zijn mond, toen ze naar hem toeliep om hem welkom te heten.
- Ik heb u wel lang alleen gelaten, zei hij. Wat hebt ge al die tijd gedaan?
- Ik heb op de harp gespeeld, mijn heer, en een lange brief naar mijn moeder geschreven, en ik heb een paar wollen sokken voor u gebreid.
- En de koffertjes met sieraden, vroeg hij spottend, hebt ge die niet opengemaakt?
- Jawel, mijn heer, en voor de spiegel heb ik het ene sieraad na het andere gepast.
- En was er in het zevende koffertje geen dat u meer dan de andere beviel? vroeg hij en hij boorde zijn blik in de hare.
- Dat zevende koffertje mocht ik toch niet openmaken, mijn heer? vroeg ze terug.
- Toon me uw handen, siste hij en hij wrong haar kleine handen open.
Ze zag bleek want hij had haar pijn gedaan. Hij trok haar handen vlak bij zijn gezicht.
- Niets, zei hij hijgend. Ik wil weten wie u behekst heeft!
- Behekst, mijn heer? herhaalde ze bevend van kop tot teen. Waarom denkt ge dat ik behekst ben?
- Omdat ik zeker ben dat ge zowel die kamer als dat koffertje opengemaakt hebt, en er toch...
- Ik heb geen van beide opengemaakt, mijn heer, zei de jonge vrouw en schudde hierbij haar hoofdje. Waarom zou ik het gedaan hebben? Ge hadt toch gezegd dat het niet mocht?
- Juist daarom, riep hij uit. Juist daarom!