Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 104

[p. 321]

[1959/6]

Hubert van Herreweghen
Ontmoetingen

's Morgens bij het onzevader
vóór het geroosterd ontbijt
kwam een engel tot mij nader.
Gegroet en gebenedijd!

's Middags bij bonen en zuivel
doemde er, stinkend en knalrood,
baarlijk uit een bosje een duivel.
Maria, ik ben in nood!

's Avonds, rustig bij 't bereiden
door mijn vrouw van 't avondmaal,
viel een schaduw op ons beiden
en waaide een derde ademhaal.

Van wie was niet te onderscheiden.

[p. 322]

Kinderen, van licht en donker...

Kinderen, van licht en donker
is de wereld geplaveid
per dagwand uitgeleid
gehemeld en bewand
gelijk het voorjaarsland
in woelige maart
't spel van de zon met wolken
verduistert en verklaart.

Maar schaduw is al weggelopen
als gij, terwijl ge aan 't bidden zijt,
slaat wand en hemel open
tot een Paulinisch vergezicht,
geweldige vleugels, liefde en licht,
los roeiend en gemakkelijk bewogen
die in de middag vóór Gods ogen
beweegt de vrome wind
en de engelen in den hoge
en mij beneden, kin-
deren, verblijdt,
verblindt.