Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 98

[p. 596]

Gabrielle Demedts
Einde van een zomer

O help me dat ik niet hoop weerom
dat ik uw zoetheid niet weer proef
- o wilde honig van uw zoen -.

O help me dat ik niet hoop weerom
eeuwige God en hemel ons beloofd,
en gij, heerlijke aarde die mij voedt.

En dit smeken in mijn ziel:
brand uit, brand uit dat ik niet hoop.
O wanhoop verteer nu de nood

aan al wat liefde en teerheid is:
aan de schalkse glimlach van een kind,
aan uw blik, o mijn liefste. Ik wil vrij,

vrij zijn van hopen, vrij zijn van leven,
boven-mens-elijk vrij. En hard als de nacht
die mij wakende vindt, en schreiend en bevend.