af of er één volwassen mens kan gevonden worden, met volwassen gevoelsleven en volwassen hersenen, en bovendien met énige behoefte aan zuivere oprechtheid in wezen en woord, die dit verliteratuurde en kunstmatige verzenboek als een menselijke getuigenis zou kunnen waarderen. Wanneer Jan Vercammen dàt vroeg of laat inziet, bestaat er kans dat hij tot zuiver en eerlijk inzicht in het schrijverschap zal komen. Wij wensen hem dit van harte toe.
Ook Achilles Mussche is, zoals Vercammen, een romanticus, maar hij is van zuiver water. In de nieuwe uitgave van zijn bundel Koraal van den Dood (Uitg. Elsevier, Brussel) treft immers de aequatie van inhoud en vorm als een innerlijke noodzakelijkheid, waarvan men de echtheid gaarne aanvaardt.
Niet enkel door de thema's (liefde en dood, levensverdriet en Sehnsucht naar het Oneindige, enz.) is de lyriek van Mussche romantisch, maar ook door zijn totale overgave aan het gevoel en zijn dronkenschappen. ‘Gefühl ist alles’ zou men als motto boven zijn werk kunnen schrijven. Er heeft zich zeker in hem sinds zijn expressionistische jeugdtijd een ontwikkeling voorgedaan, maar hij is de dichter gebleven van de onberedeneerd-spontane emotie, de gemartelde en bedronkene van zijn eigen gevoelsopwellingen. Gevoel is bij Mussche hartstochtelijk zelfgevoel, waarin hij zich volledig uitleven moet. Van aard is het emotionele leven bij Mussche zeer hevig en het drijft hem allicht op tot de roes. Zich in die roes te voelen, zich daarheen naar aanleiding van deze of gene ervaring te kunnen opdrijven, schijnt voor Mussche een top-ervaring van menselijkheid te zijn. Met zijn diepe sonoriteit en zijn traag-gedragen rhythmische kadans, schijnt mij zijn vers gegroeid uit de nood tot verzadiging én verlossing van een hevige en vage emotionaliteit.
Lezers met ander temperament en andere sensibiliteit zullen deze uitviering van emotionele spanningen - met het genot en de pijniging daarvan - allicht als overdrijving bejegenen en haar verbale uiting als àl te pathetisch aanvoelen. Maar dit is een kwestie van persoonlijke aanvoeling en wanneer men niet bij machte is de gemoedsontladingen van Mussche innerlijk mee te beleven, zou men daaruit ten onrechte besluiten dat zijn gevoelsspanningen kunstmatig en hun uitingen opgeschroefd zijn. Neen, Mussche is voor mijn gevoel een dichter met oprechte beleving en eerlijke pathos.
Nochtans komt het me voor dat Mussche, die een waar dichter is, misschien tot groter dichterschap ware gekomen indien hij zich niet zo totaal overgeleverd had aan de vaagheid van zijn emotionele aandoeningen. Zijn gevoelens zijn hevig maar onscherp, zijn verbeeldingen zijn weids maar soms al te onbepaald, zijn naar het oneindige zwemend zelfgevoel is intens maar diffuus, met het gevolg dat zijn gedicht geen scherpe en concrete greep heeft op onze geest. Mussche is de dichter van onze emotie,