Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 98(1953)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 406] [p. 406] Henri Bruning Opdracht Voor mijn zoon - als hij ouder is. Hier zijn wat verzen, die je niet - nog niet - begrijpt, en als je ouder wordt, zijn ze reeds lang vergeten. Ik vraag mij dikwijls, waartoe is dit weten met zoveel bittre pijn in mij gerijpt. Ik heb dit kleine verzenboek voor jou getypt. Misschien vrees ik alleen eenmaal te zijn vergeten. Misschien ook is mijn drift, dat dit uiteengereten heden later in jou ook zo tot glimlach rijpt. Of zoekt je hart reeds elders? Wij zijn altijd naar d'eigen verte' en kernen hunkerend ingekeerd, en ander schoon dan dit eenzelvigst weten heb ik ook voor mijzelve niet begeerd. 't Is goed. Slechts dit: Vergeet het woord ‘vervaltijd’: elkeen is oorsprong: wijsheid, - die zichzelf verteert. [pagina 407] [p. 407] De rivier Zij ligt maar in het klare herfstlicht voort te stromen en glans te zijn en rust en van haar eenzaamheid en van de verten en de bergen en hun heldre dromen, - eenzelvig afgewend van het tumult der tijd. Aan hare oevers staan de naakte najaarsbomen, de dijken en de weiden werden koud en grauw, doch de rivier bleef langzaam in zichzelve stromen en is nóg fonkling, zomer, onverdelgbaar blauw en, overal, zachtmoedig gronden voedend en niet gestoord ooit door de scheepjes in haar vree; en durend achterlatend wat z'ootmoedig hoedde bleef zij een stromen, onbezweerbaar voort, naar zee en van de zee weer heemwaarts naar de hemel en van de hemel neerwaarts naar der bergen sneeuw en van de rotsgebergten neer in 't mensgewemel, in 't klein rumoer terug van een verwarde eeuw, en ligt weer in haar bedding stil te stromen en glans te zijn en rust en aller vruchtbaarheid, eeuwig haar cirkelgang herhalend, nooit voltooiend, in 't raadselachtig glimlachen der eeuwigheid. Vorige Volgende