‘leemte vullen’. De bloemlezing Ziel en Gedachte, die samen met deze literatuurgeschiedenis door de schrijver werd uitgegeven, is misschien een nog nuttiger boek. Zij bevat een keuze van vertalingen uit de hele wereldletterkunde in het Nederlands, Frans, Engels. Zij is voor elke bibliotheek een verrijking.
Van de Algemene Literatuurgeschiedenis. Geschiedenis van de belangrijkste figuren en stromingen in de Wereldliteratuur, verscheen het vijfde deel, geschreven door Prof. Dr. J.J. Gielen (Uitg. De Haan, Utrecht - N.V. Standaard Boekhandel, Antwerpen). Het bestrijkt de Europese letteren van de opkomst van het Realisme af (ca. 1850) tot heden.
Het eerste deel van het boek (tot blz. 222) zou men kunnen noemen: een reeks fragmentaire studies, die willen bijdragen tot een cultuurhistorische en cultuurfilosofische geschiedenis der Europese letteren. Enkele zeer belangrijke ideologische aspecten van de moderne letterkunde worden hier onderzocht: de verhouding van de realistische letterkunde tot de sociologische vraagstukken, de invloed van de wijsbegeerte op de letterkunde, de invloed van de psycho-analysis, de wederzijdse verhouding en beinvloeding der kunsten, de critische houding van de schrijver tegenover mens en maatschappij, enz. Deze hoofdstukken, die veeleer afzonderlijke opstellen zijn dan schakels in één sluitend betoog, bevatten een respectabele eruditie. Schenken ze geen geschiedkundig of geestelijk-samenvattend éénheidsbeeld, dan leveren zij toch belangrijke bijdragen tot een nog te schrijven complete en gemotiveerde ‘geestesgeschiedenis’ der moderne letterkunde.
De hoofdstukken over de verhouding van sociologie, wetenschap en wijsbegeerte tot de letterkunde (blz. 1-92) lijken ons de meest geslaagde. De studie over de psycho-analyse is wel voor aanvulling en nuancering vatbaar; wat de vogue der abnormale psychologie betreft, die in hetzelfde hoofdstuk wordt behandeld (al is dit een heel ander probleem!), deze wordt slechts even aangeraakt.
Tot een studie van de vele biologisch-animale, pathologische (neurotische en andere), paranormale, perverse en dgl. vertekeningen van de mens in de moderne literatuur sinds het Realisme is de schr. in dit boek niet geraakt, ja zelfs niet tot een aanduiding van deze boeiende alhoewel deprimerende terreinen van onderzoek. De beschouwingen over ‘Het Overschrijden der Grenzen’ (119-166) zijn zaakrijk, maar beperken zich toch meestal tot àl te vluchtige aanduiding of karakteristiek. Het daarop volgende hoofdstuk over ‘De Critiek op Mens en Maatschappij’ vervalt minder tot vluchtige opsomming, het is ook grondiger.
Het tweede deel van het boek schenkt ons een strict-litterair-histonsch overzicht in drie fasen. Het eerste hoofdstuk behandelt het Realisme, het Naturalisme en verwante stromingen, het tweede: de Parnasse, het Symbolisme en de Neoromantiek, en tenslotte het derde: het Expressionisme en zijn gevolgen. De eerste twee van deze hoofdstukken munten uit door klare overzichtelijkheid, en goede karakteristiek van de grote lijnen en figuren. Zij geven ook een uitstekend inzicht in de Europese samenhang der behandelde stromingen. Jammer genoeg is het derde hoofdstuk, over het Expressionisme, te snel-oppervlakkig. De enkele beschouwingen over het heden zijn nietig.
Het hele boek, hybridisch samengesteld, geeft de indruk te snel te zijn gepubliceerd. Met al de eruditie die het bevat, met de zeer goede en soms uitstekende delen, is het niet gegroeid tot een rijp-synthetische visie. Bij het lezen van die beschouwingen over zoveel interessante ideologische, psychologische en sociale aspecten van de moderne letteren - er wonden er trouwens belangrijke en minder belangrijke verwaarloosd -, stelt de lezer, die naar geordend en synthetisch inzicht streeft, vergeefs de vraag. hoe kunnen deze aspecten nu worden geintegreerd in het eenheidsbeeld van de psychische situatie van de moderne kunstenaar? Hoe kan dit alles worden samengebracht tot het éne wereldbeeld van de moderne kunst? Dit zoeken naar eenheid en synthetische lijnen vindt men niet in dit boek. Ook kan men betreuren dat de specifiek-artistieke vraagstukken, die in de moderne literatuurschepping domineren, zo weinig aandacht krijgen. De vraagstukken van het woord, de vorm, de stijl worden in deze bij uitstek ideologisch- en ethisch-gerichte literatuurstudie al te weinig aangeraakt en nergens grondig bekeken.
Summa summarum, lijkt dit boek ons een boeiende aanloop, maar het is niet ‘af’. Doch met al wat het in zijn huidige vorm