Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 97(1952)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 599] [p. 599] Albe Twee goyescas I Acacia Diaz Conde Met ranke heup en veren tred, de zware kruik op 't trotse hoofd, was je voorbijgang een gebed, Acacia Diaz Conde, en als een lichte wierookbrand steeg aan je voet een wolkje zand. Je lenden wiegden lenig, licht op je gemeten, vaste stap, en heel je zwier was een gedicht, Acacia Diaz Conde, waarin jij al je kracht bedwong terwijl je rhythme ruisend zong. Je leek een beeld uit de woestijn waarin een God weer adem blies en leven gaf aan elke lijn, Acacia Diaz Conde, terwijl je ziel alleen bewoog in 't donker flonkren van je oog. [pagina 600] [p. 600] II Pepita Dans de fandango, Pepita, met al je trots, met al je lust, zoals je mint, zoals je kust, zoals alleen jij, Pepita, de dartele hakken weet te zetten bij elke slag der castagnetten. Dans de fandango, Pepita, met al je zwier, met al je macht, zoals je lonkt, zoals je lacht, zoals alleen jij, Pepita, wel duizend blikken weet te lokken met 't waaieren van je kanten rokken. Dans de fandango, Pepita, met al je hartstocht en geweld, zoals je bidt en weent en scheldt, zoals alleen jij, Pepita, met oog én been én castagnetten de wereld op zijn kop kan zetten. (Uit ‘Goyescas’) Vorige Volgende