Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 97(1952)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 486] [p. 486] Frans van Reyt Mijn woorden Mijn woorden worden blind en naakt als kinderen geboren. Ik leg ze in den wind te slapen. Ze kunnen mij niét horen. Als er vaak een te schreien begint wekt het de andere: verwarde koren waarvoor 'k mezelf vind vreemd en leeg. Ze storen mij. Mijn kind... Maar meest gaan zij alléén hun smalle wegen: woorden zijn altijd op de been. In stille straten kom ik er soms een tegen. 't Heeft ergens, 't hoofd op een steen, even in slaap gelegen. Het ziet mij niet. Nooit heeft er een mij antwoord op een vraag gegeven. Zo werd ik zelf stilaan onzeker: is dit de dag, de nacht, alleen of samen-zijn? Wij drinken wijn en water uit één beker: mijn wetenschap was toeval van een rijm. Ik dacht: ik bréék er een, dat ik de kern zie, en een lijn kan trekken met een stift. Maar weker dan papier is 't aangezicht van 't zijn. Ik ga, beroerd door talrijke geluiden, zoals een vrouw zich naakt weet in haar kleed. En 'k luister, om de stem te duiden van monden die 'k mijn kinderen heet. Ik spréék: ik streel zeer tere huiden waaronder, onberekenbaar, ik leven weet. - De vogel die mijn vinger in de geurge kruiden wekte, wiekt mij voorbij: een kréét. Vorige Volgende