Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 97(1952)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 400] [p. 400] Hubert van Herreweghen Twee gedichten I Gizeh Tussen de poten van de Sfinx viel ik in slaap Als een Amenophis voor dertig eeuwen Zich nedervlijde, doodmoe van de jacht op leeuwen, Bij deze ruige moeder rustig als een knaap. Ik ben een pharao en jaag op leeuwen, Tussen de poten van de Sfinx val ik in slaap, En in mijn droom ben 'k een barbaarse knaap Die hier zal slapen binnen dertig eeuwen. Spiegels van droom en leven, steeds dezelfde En altijd anders, 'k ben Amenophis Die weer de Sfinx uit het woestijnzand delfde. Ik krijg een naam en ben hem weer vergeten. Wie was ik gister? Morgen zal ik niet weten Wie deze knaap, die ik vandaag ben, is. [pagina 401] [p. 401] II Assoean 's Nachts kwaken puiten te Assoean Luid van op den anderen oever. Wat is onzinniger en droever? Ik word er zeeziek van. Benijd de reuzenramses dan Die slaapt in zijn granieten groeve; Niets is er dat ik meer behoeve Dan slaap, ik die niet slapen kan. Een dunne nacht spoelt om het huis, Op de einder staat het Zuiderkruis, Mistroostig kwaken puiten. Mijn dubbel ik, over de Nijl Zwerft als de nacht, zo groot en ijl Rond rode rotsen, buiten. Vorige Volgende