Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 97(1952)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 222] [p. 222] E. De Ridder Afscheid De bomen staan berijmd, bemist, bemaneschijnd. Kijk, op de daken ligt een zwarter wordend licht en in de sloot verzaamt de dood. Voor ons geen uitkomst meer of enige wederkeer. De stoet van vele jaren die zonde en hope waren wordt afgetakeld, vrouw. Steeds lager kringt de wouw. Dus einden wij te zaam. Doe nu 't verleden toe voor 't zonneloos getij. Wij moeten naamloos gaan naar 't ongeboren hoe van dood en eeuwigheid. Vorige Volgende