Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 97(1952)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Jan Leyten De vroege morgen-man (Een ontmoeting met het geluk) De bleke morgen treurt en treuren doen de bomen, de wind kruipt kreunend neerwaarts langs hun top. Ik hoor de eerste man de dode straat in komen; stadstuinen zien verwonderd naar hem op. Hij is zo stil; hij houdt het hoofd gebogen. Ik zal hem vragen of ik schrijven moet, ik zal hem zeggen, dat ik schrijven móet. voordat dit ogenblik voor eeuwig is vervlogen. Want er is niets waarvan men schrijven kan op zulk een maandagmorgen zonder dromen of het moet recht uit 't hart zijn weggenomen. Ik zal hem vragen, want hij weet ervan. Zal ik hem vragen? Waarom ben ik bang, dat ik het antwoord krijg, dat ik verlang? Is het misschien alleen omdat ik dan woorden moet schrijven voor een andere man? Ik zal wel schrijven zo ik schrijven kan. Ik zie mij zelf ginds langs de straten lopen. Ik hoef het antwoord niet meer op te kopen. Ik ben die stille man, ik weet ervan. Ik weet van het geluk de woorden en de taal. Ik durf het zeggen zonder het te vragen, Geen man gaat met mijn leeftocht aan de haal, ik zal mijn eigen hart in eigen boezem dragen: Het gaat voorbij, wat ook op aarde zij: het goed schoon, het kwaad verderfelijk maar ik die liefheb fluister zacht daarbij: zolang ik leef, blijft zij onsterfelijk. Op onze verloving, 5 Aug. '51. Vorige Volgende