Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 96(1951)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 616] [p. 616] Hubert van Herreweghen Kerstmis in Korea I In het kavalje waar zij slapen samen gelijk twee broers, geklist bijeen in 't bed, heeft zich de jongste langzaam gezet: ‘Vrede aan die van goede wil zijn - Amen.’ Door nevelen van slaap hoort hij zijn woorden en denkt, verlicht door innerlijke schijn, dat het daarbuiten Kerstmis nu moet zijn. Dan is het vrede - ook voor hen die moorden. Zij zitten samen recht. Het zijn twee knapen, twee kindren wie de hemel werd beloofd, zij kregen de verschrikkingen der hel. Het gaat zo snel, dat hun kreet wordt gedoofd: een bom luidt - een ontzaggelijke bel - Soldaten zijn kindren, kindren moeten slapen. II Vliegtuigen tussen de bomen zoals stekelbaarsjes in 't riet, onschuldige vissen roerloos die ge in hiërogliefen ziet. [pagina 617] [p. 617] De bijen zoemen en zwermen op Kerstmis, vertelt het volk, over de afgestookte bermen hangen ze, een donkere wolk. Zo kwamen englen gerezen, de vlieg-tuigen boven de stal om de aarde van vrees te genezen als de aarde God looft boven al; daar lag een kind en het lachte op zijn Moeder, zij waren schoon, dat kind heeft vrede gebracht en dat kind was Gods enige Zoon. Moeders die kinderen zogen zoals Maria 't schoonste kind - vleugels hangen in de hoge hemel te zingen in de wind - zullen de boodschap gaan horen, welhaast is het vrede voorgoed. Herodes' lansen doorboren de onschuldige melk en het bloed. Vóór zij naar dorst kunnen drinken zijn de kindren bij Rachels kroost, en vóór zij dat bloed zien blinken, zijn de moeders voorgoed getroost. Herman Diels Vorige Volgende