maar eigenlijk toch ook niet meer van de mens, doch over de mogelijkheid van een mens, over een wezen, dat veeleer loutere mogelijkheid dan mens is.
Het moest de kunstenaar reeds verdacht voorkomen, dat men proclameert dat de verbrokkeling van de tijd ook de verbrokkeling der vormen in de schilderkunst eist. Vroeger, toen het wezen van een bepaalde tijd zich adequaat openbaarde, werd deze overeenstemming niet als een programma vereist, doch zij bestond eenvoudigweg, en zij bestond omdat de ene grote wezenssubstantie van de tijd overal voorwerpen en beddingen zocht waarover zij zich vanuit haar volheid uitbreiden kon. Heden ten dage echter voltrekt de uitbreiding van dat ene zich uit nooddruft, door het dictaat van een programma, omdat daar waar het programma geen dwingende aanwijzingen geeft, alles leeg zou zijn.
Het maakt een groot verschil of het aangezicht van een tijd een vast, scherp omlijnd karakter heeft doordat een bepaalde idee alle tijdsverschijningen doordringt, of dat alles gelijk wordt doordat het op de zelfde wijze uit elkaar valt. In het ene geval is er sprake van de levenwekkende volheid, in het andere van de mechanische nivellering door de gelijkheid der verbrokkeling.
Als de verbrokkeling slechts op de wetenschappelijke methoden en tot het dagelijks leven beperkt bleef, dan zou zij misschien, voortdurend op zichzelve stuitend, bang worden voor zichzelf, zich bezinnen en weer terugkeren tot het geheel. Maar daar is nu de kunst die ook verbrokkeld is, en de verbrokkeling in de kunst, de verbrokkeling in ‘het hogere’ schijnt de verbrokkeling in de wetenschap en het leven te rechtvaardigen, ze vormt een bedriegelijke hemel over de andere verbrokkeling en dekt en legitimeert deze.
De pleitbezorgers der moderne kunst beweren dat de kunstenaar door de atomiserende methode duidelijk moet laten blijken dat hij de algemene verbrokkeling heeft waargenomen. Het gaat er echter bij de kunst niet slechts om dat iets wordt waargenomen en vastgesteld, maar dat men ook beheerst. De verbrokkeling moet overwonnen worden in de kunst en dat gebeurt niet wanneer deze tracht te concurreren met verbrokkeling in de werkelijkheid. Want de motorische krachten van ontbinding en verbrokkeling in de werkelijkheid zullen altijd machtiger zijn dan die in de kunst, daarom lijkt deze kunst op een aanhangsel van de verbrokkelde werkelijkheid, zij heeft alle souvereiniteit verloren. Deze geatomiseerde schilderijen en tekeningen maken de indruk helemaal niet door mensen te zijn gemaakt, het lijkt alsof zij hun ontstaan danken aan de verbrokkelde werkelijkheid, aan de apparatuur der verbrokkeling.
Er bestaan Amerikaanse bureau-machines: men drukt op een knop en uit een sleuf valt een foto met aangehechte beschrijving: een stenotypiste, die Engels, Spaans en Nederlands spreekt en schrijft en Frans en Engels stenografeert al naar men wil; naar believen levert deze machine de persoon die voor een bepaald doel gewenst wordt, - het lijkt alsof ook de