Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 95(1950)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 585] [p. 585] Blanka Gijselen Ballade van het geduld Beeld langsheen mijn waterboorden, passieloze hengelaar, peiler, die mijn bronnen boorde, zwijger, aan de grens der woorden vastgegroeid tot één gebaar, als de donderwolken jagen door de bronst der zomerdagen als de storm mijn spiegel splijt, lààt de vraag der dwazen plagen - Visser, of de vis nog bijt?... Schaduw, als de avond nadert, onbeloonde hengelaar, als de Herfst het land ontbladert volgt uw blik, van bloed dooraderd, 't blad, dat op mij drijft, naar waar?... Greep u 't heimwee naar een ‘later’ bij mijn altijd wijder water dat de koningskinderen scheidt? Hoor het late zwaangesnater - Visser, of de vis nog bijt?... Schim aan 't water der genade, ingekeerde hengelaar, zoekt uw zekerheid naar maden op mijn dode droom en daden die bewegen langs mijn baar? [pagina 586] [p. 586] Aan dees' winterstille wanden, schiep uw schouwen àndere stranden uit den schoot der eeuwigheid? 'k Wieg naar 't wenken van uw handen... - Visser, of de vis nog bijt?... Streng gezel, dien 'k nooit omstrengel, mom der onbewogenheid, zijt ge 'n duivel? - zijt ge 'n engel?... Zie naar 't lokaas aan uw hengel, Visser, is 't mijn ziel, die bijt! 1948 Vorige Volgende