Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 95(1950)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 348] [p. 348] August Vanistendael Meditatie Ik ben nu drie en dertig jaren, Zo oud werd eens Uw eigen Zoon, Hij stierf, verguisd, in pijn en hoon; Gij hebt mij langer willen sparen. Wat ik uit deze jaren gaarde: - Ik was voor Uwe stem niet doof - De pijniging van het geloof, die ik, weerspannig vaak, aanvaardde. En het zo roekeloos betrachten Om een rechtvaardig man te zijn; Dit was de bron van veel in pijn, in angst en zorg doorwoelde nachten. En hoe vergeefs het is te delven Naar het mysterie van de tijd. Daal in de mijn der eeuwigheid, Ik roep en kreun door de gewelven. Wat baat het kennissen te winnen? De distel der onzekerheid Is in elk nieuw bezit verspreid. Verwerven is steeds herbeginnen. Ik weet, Uw einders reiken verre, 'k Geef slechts een zwakke spadestoot... Maar eens ligt Uw geheimnis bloot Achter Uw donkre wand vol sterren. Vorige Volgende