Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 95(1950)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 225] [p. 225] Frieda Oosterlinck Hulpeloos Wat wil het goedig lam dat in den boomgaard blaat en zijn geduldig oor laat hangen in den regen? Of blaat het zonder doel, zoals mijn hart nu slaat: bevreesd voor elk geluk, of om elk lied verlegen? Ik vraag geen wonder meer, de zomer zal wel komen; het hart vliegt schuchter uit, de vogels komen aan, een bloem heft schuw haar kelk onder de logge bomen, maar wij bedenken reeds: 't is bloeien en vergaan... Mijn lam blijft lusteloos in wind en regen dralen, de bloemen in den tuin neigen elkander toe. Er blijft niets over dan in eenzaamheid te dwalen met onverzadigd hart, ach, hulpeloos en moe. Leopoldstad. Vorige Volgende