Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 95(1950)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] [1950/2] Pieter G. Buckinx Zadel mijn paard Zadel mijn paard. Mijn dagen zijn voorbij. Voorbij de roep van 's levens bruiloftsfeest. Niets laat ik achter, zelfs die pijn in mij blijft branden in mijn geest. En deze vreugde en deze droefenis, en deze lust die nimmermeer geneest, en deze koorts die nooit verzadigd is aan mijn liefs zoete leest. O deze graven aan de kerkhofmuur, en deze koelte die mij werd beloofd. Mij sloeg de zoete waanzin van het vuur dat nooit meer wordt gedoofd. Verloren nader ik uw verste rand leven en dood. Ik ben een vreemdeling voor allen hier. Maar eeuwig is dit land waarvan ik zing. Zadel mijn paard. Mijn dagen zijn voorbij. O Prometheus, mijn handen beven niet. En zie, mijn blik is hard. Maar diep in mij schroeit het verdriet. Vorige Volgende