Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 94(1949)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 514] [p. 514] Anton van Wilderode Ondelgbaar hart Aan Guido Gezelle, Vader van het andere Vlaanderen. Gij woont sinds lang met hymnen en gebeden diep in het huis van mijn herinnering en met den lof van aarde's lieflijkheden hebt gij het land bevolkt dat ik ontving. Gij bracht mij van de luide jongenstochten naar 't boomrijk dal van vlieten en geruis en voor mijn ogen vers en vorm bevochten was reeds mijn hart in uwe liedren thuis. En gij waart rust. Ik zag September blinken tegen de ruiten in een roerloos blad en snelle vogels op de kim verzinken achter de blauwe golven van de stad. Dan brak uw mildheid uit de wieg der woorden en werd de kreet die glanslijk mij benam en mij beroesde tot ik blindlings hoorde het felste lied gerijpt aan onzen stam. Gij zijt in ons de stem die niet zal zwijgen, maar beurtlings luidend in muziek en klacht den spiegel wordt, waarnaar wij zinnend nijgen, en nóg de vlam die schroeit aan ons geslacht. En ieder voorjaar vaart uw wekroep over dit ruisend land dat in de omsingeling van de rivieren en van waaiend lover zich moeizaam heft uit zijn vernedering. Vorige Volgende