Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 94(1949)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 482] [p. 482] Firmin van Hecke In memoriam matris Geruisch van 't thans gesloopte dennenwoud Wier naalden, uit de kruin op 't mos gegleden Zuchtten onder mijn knie, zoo lang geleden, Toen ik daar hoorde dat gij sterven zoudt... Balsmende hoop voor uw verbeurd behoud Was met het sussend suizen ingetreden: Gij zoudt weer aan mijn arm, bleek doch tevreden Naar 't ruischen luistren van het dennenwoud. Het lot was u een wreede kleed aan 't weven: Doch u was hoop voor 't eeuwig licht gebleven. - De klok van uw geboortedorp luidde over dood. Nog niet voor u. Toch kwam door mij gevaren Een huivring, die mij bijbleef al die jaren: Die doodenklok klepte mijn diepsten nood. Vorige Volgende