Dr J. Lebeer
In memoriam Dr Schamelhout
Op 21 Januari was het 5 jaar geleden dat Dr Schamelhout te Antwerpen overleed.
Het was de uitdrukkelijke wens van de overledene dat, bij zijn verdwijnen, geen openbare plechtigheid zou geschieden. Voorzeker hielden zijn vrienden eraan ten allen prijze die wens te eerbiedigen, maar toch waren de tijdsomstandigheden oorzaak dat bij zijn heengaan niet voldoende werd gewezen op de grote verdienste die hem toekwam. Want veel en velen in Vlaanderen zijn Dr Schamelhout dankbaarheid verschuldigd.
Brusselaar van geboorte, opgevoed in een Franssprekend milieu en natuurlijk in uitsluitend Franse scholen, is hij slechts bij het einde van zijn humaniora en in zijn universiteitsjaren tot de Vlamingen gekomen. Hij werd daartoe geleid door het romantisme van zijn tijd, door dit van een paar vrienden en door de lectuur van ‘De Leeuw van Vlaanderen’. Laat nu de nuchterheid van vandaag met haar koude berekeningen misprijzend neerzien op de zgn. romantiekers, het blijft een onomstootbare waarheid dat het romantisme van die generaties de Vlaamse Beweging heeft gemaakt en de veroveringen heeft voorbereid, die thans door velen, helaas, als de uiteindelijke redding en de definitieve eindoverwinning worden beschouwd.
En nochtans, al wie Dr Schamelhout slechts gekend heeft, zoals, - op weinige uitzonderingen na - wij allen, zullen in hem niet veel romantisme kunnen ontdekken; niemand was meer dan hij de kalme, zuivere, bijna droge intellectueel. Tenzij men romantisme opvatten wil als de onkreukbare liefde tot een overtuiging en een gang door het leven, zonder compromissen, trouw aan die overtuiging.
Zijn flamingantisme heeft hem echter wel enig leed gebracht. Zo, na de oorlog van '14-'18. Hij was van mening dat een zaak, die rechtvaardig en waardevol is, niets van haar hoedanigheden verliest, wanneer deze ook door een vijand worden erkend en hij had dan ook tijdens de oorlog het bekende manifest voor de vervlaamsing van de hogeschool van Gent, waarvoor hij vroeger ijverde, ondertekend. Het feit dat men daarvoor tegen hem nooit enige rechtsvervolging heeft ingezet belette niet dat zijn collega's hem als onwaardige uit hun beroepsverenigingen sloten en zijn verdere beroepsbedrijvigheid