| |
| |
| |
Boekbesprekingen
Van Zuid-Afrika
C.M. van den Heever: Die Held. - Uitg. Afrikaanse Pers-Boekhandel, Johannesburg. 1948. 404 blz. Prijs gebonden 12/6 sh.
De held, over wie de geschiedenis gaat, is de ijverige en zeer eergierige onderwijzer Aucamp, die zich in het dorpje Koppiesburg als leider van de Afrikaanse kultuurvereniging en diaken van de hervormde kerk afslooft om ‘zijn volk te dienen’. Ondertussen stelt hij vast, dat zijn kennissen, die zeker niet knapper, maar wel egoïstischer zijn dan hij, vlug rijk worden, terwijl hij zelf nauwelijks kan rondkomen. Dat ergert hem en die ergernis wordt door zijn vrouw nog aangevuurd. Hij stelt zijn kandidatuur voor een betere betrekking in Johannesburg en wordt daar benoemd. Nu blijkt hij niet in staat om aan het gewijzigde levensmilieu weerstand te bieden. Langzamerhand gaat in een overwegend Engelse omgeving zijn nationale overtuiging verloren, zodat het zo ver komt, dat hij zijn kinderen naar Engelse scholen zendt. Ook zijn geloof gaat te loor. Ondertussen leeft hij met zijn vrouw, die tienmaal erger is dan hij, het oppervlakkige leventje van uitgaan en uitschitteren mede; hij verdient thans een veelvoud van zijn wedde in Koppiesburg maar dat bedrag blijkt nog onvoldoende en daarom verlaat hij het onderwijs om in de handel een beter bezoldigd baantje te aanvaarden. Nu komt de crisis die reeds lang voorbereid werd. Er ontstaat tussen hem en zijn vrouw zulkdanige verwijdering dat zij besluiten zich van elkander te laten scheiden. Hij, walgend van zichzelf en wat hij van zijn leven gemaakt heeft, zegt zijn werk op en gaat op het arme boerderijtje van zijn ouders genezing van zijn geschokte zenuwen zoeken. Daar bereikt hem het nieuws van het auto-ongeval dat zijn vrouw is overkomen; zij zal voor de rest van haar leven gebrekkig blijven. In deze beproeving loutert het lijden wat de weelde bedorven heeft: zij verzoenen zich met elkander en zullen terugkeren naar hun eenvoudige levenswijze van vroeger. In Aucamp is het geloof in God weer ontwaakt en dat geloof leert hem inzien dat de zin en het geluk van het leven elders liggen dan waar hij ze in de
laatste jaren vergeefs had nagestreefd.
Deze roman, die zeer vast gebouwd en vloeiend geschreven is, behandelt een gegeven, dat even waarachtig in Vlaanderen gesitueerd kon worden. Johannesburg is voor Zuid-Afrika, wat Brussel is voor ons land; en de thesis die van den Heever voorhoudt, dat godsdienstige en nationale overtuiging innig met elkaar verbonden zijn, werd ook bij ons door Hugo Verriest en veel katholieke Vlamingen na hem als een vaststaande zekerheid beschouwd. Dat maakt, nog afgezien van zijn artistieke waarde, dat dit verhaal voor ons zeer belangwekkend is. Het leert ons een andere wereld kennen, die sprekend op de onze gelijkt - en daarin ‘een klompie’ mensen, die overal dezelfden zijn.
Van den Heever is één van de belangrijkste schrijvers uit de hedendaagse Zuidafrikaanse literatuur, tevens hoogleraar en op kultureel gebied één der leiders van zijn volk. ‘Die Held’ is een boek vol problemen en toch een eenvoudig boek; niet verrassend door zijn oorspronkelijkheid, met een knappe karaktertekening en een goed volgehouden actie. Over het auto-ongeval, dat juist op tijd komt om het boek een troostend en stichtend slot te bezorgen, kan geredetwist worden; wij geloven dat het misschien één keer op tienduizend gevallen voorkomt. Dat Van den Heever zich aan dat éne geval heeft vastgeklemd, typeert het karakter van
| |
| |
iemand die, goed en wijs, niet wil straffen zonder de mogelijkheid tot herstel open te laten.
Romans als ‘Die Held’ zouden ook in de voornaamste boekhandels in ons land moeten voorhanden zijn. Zij zouden onze kennis van Zuid-Afrika helpen uitbreiden en, verdiepen en de kulturele eenheid onder de Dietse Landen verstevigen.
André DEMEDTS.
| |
Dan Clement: Suid-Afrika Vorentoe. - Uitg. Voorland, Brugge-Utrecht.
Meer dan 40 mooie, eenvoudige, melodieuze liederen, die de Vlaamse componist Dan Clement schreef op teksten van Zuidafrikaanse volksdichters. Een schat van liederen, die in Vlaamse gezinnen en op volksliedavonden gretig zullen worden gezongen en bovendien de liefde tot Zuid-Afrika in ruime kring zullen verbreiden.
J.K.
| |
J.A. Meyers: Afrikaans. Hoe om dit maklik te leer praat. - Uitg. A.W. Sythoff's Uitg., Leiden. Prijs: fl. 1.75.
Op eenvoudige wijze worden hier, in een kort bestek van 70 blz., de beginselen van het Zuid-Afrikaans uiteengezet. Een bruikbaar instrument voor correspondentie en gesprek, en ook als inleiding tot een gemakkelijke lectuur der Afrikaanse letterkunde. Vooral onze leerkrachten in Nederland en onze studenten in de letteren van harte aanbevolen!
Alb. W.
| |
Belangrijke herdrukken
De Ilias-vertaling van Dr A. Timmerman verscheen zopas in tweede druk (Uitg. H J. Paris, Amsterdam, prijs geb. fl. 15). Zij heeft reeds lang de stroeve en ouderwetse vertaling van Vosmaer in de bibliotheek van alle minnaars der Homerische poëzie vervangen. Timmerman, vriend der meeste Tachtigers en zelf schrijver van boeiende litteraire ‘mémoires’, had een grondige classiek-historische en filologische vorming, maar bovendien een fijn-artistiek taalgevoel, een fijnvoelend en kleurrijk vertaaltalent. Zijn ‘nederlandse hexameter’ is vloeiend en fors. Bondige inleiding en woordenlijst voor nietgestudeerden maken deze vertaling van het Griekse epos toegankelijk voor allen die belang stellen in de Griekse poëzie, liever, in de poëzie zonder meer.
Hartstocht des gemoeds, vurige verbeelding, ruime cultuur en brillante intelligentie verenigt Van Duinkerken in zijn dichtbundel ‘Hart van Brabant’, die zo pas in tweede druk bij ‘Het Spectrum’ (Brussel-Utrecht) verscheen, wellicht zijn beste bundel en alvast deze, waarin men hem in zijn veelzijdige aspecten best leert kennen: als verhalend dichter, als gelegenheidsdichter, als religieus lyricus, als zanger van Brabant's gulle levensvreugde, als satyrist (in zijn ontmoeting met de Polydoorkens!) en polemisch dichter; en ten slotte bevat deze bundel nog enkele mooie zuiver-lyrische liederen, van de meest ‘musische’ verzen die Van Duinkerken ooit heeft geschreven (Een Lied om Eva, Aan de Stilte, enz.).
De Uitg. Het Kompas (Antwerpen) schonk een nieuwe druk van ‘Begijnhofsprookjes’, door Felix Timmermans en Antoon Thiry in samenwerking geschreven. Jong werk van de twee auteurs, waarin ze hun pittoresk, sappig en kleurrijk verteltalent beproefden en ook met succes bewezen. Vergeleken met later werk van Timmermans is de stijl evenwel nog wat overladen, gezocht, gemaniëreerd. De overdreven charge en de behoefte van ‘woordkunst’ zijn later bij Timmermans verdwenen. Maar men zal ook deze begijn-geschiedenissen met plezier herlezen.
‘Johan Doxa’ van Herman Teirlinck verscheen in 3e druk bij P.N. Van Kampen en Zoon (Amsterdam). Dit is ongetwijfeld een der best-gecomponeerde verhalen van Teirlinck, wiens sterkste zijde gewoonlijk niet in de compositie ligt. Het is een gave en nogal sober geschreven novelle, die handelt over het leven van een Brusselse artist-schilder, waarin de ‘milde onnozelheid’ van die kwast aan de fijnzinnige Teirlinck stof geeft voor subtiele ironie maar waarin ook zijn diep-menselijke sympathie resoneert. Aandoenlijke en humorvolle uittekening van een curieus personage, dat Marnix Gijsen terecht als een verre verwant van Duhamel's Salavin heeft gekarakteriseerd.
Een nieuwe druk van Jan Van Nijlen's ‘Verzamelde Gedichten, 1904-1948’, verscheen bij A.A. Stols Uitg. 's Gravenhage (prijs: fl. 9.50). Hier moge ik eenvoudig
| |
| |
verwijzen naar de scherpzinnige studie, die Clement Bittremieux in onze vorige jaargang (Augustus, 1948) aan Van Nijlen wijdde. Maar men moet er aan toevoegen dat in deze druk weer ongebundelde poëzie van hem is opgenomen, die nieuwe aspecten openbaart en nog duidelijker bewijst dat hij een der belangrijkste is onder de levende Nederlandse dichters.
Alb. W.
| |
Nederlandse aesthetica
H. van der Grinten: Nederlandsche Aesthetica in de negentiende eeuw. - Helmond, N.V. Boekdrukkerij ‘Helmond’, 1947, 276 blz.
Dit doctoraal proefschrift schetst en situeert de voornaamste aspecten van de aesthetische opvattingen in Nederland in de 19de eeuw. Het is een grote greep, m.i. voor een proefschrift te grote greep, als men bedenkt dat de kunst in deze eeuw sneller en onrustiger is begonnen te leven en de schoonheidsleer zelf een bont weefsel vol grillige lijnen en contradictorische systemen is geworden. Daarbij komt dat - met uitzondering van Hemsterhuis - in dit aesthetisch leven alles tweedehands is: elke richting, elke stijl, elke opvatting is geïnspireerd en wordt niet onmiddellijk, maar na een spanne tijds, meestal wanneer elders het tij al verlopen is, verwacht en aan de nationale behoeften aangepast. Zulks maakt de reeds uitgebreide stof nog zwaarder voor wie haar behandelt, aangezien een diepergaand onderzoek, ook van de hoofdkenmerken, steeds aangewezen is op confrontatie met de vreemde bronnen en voorbeelden.
Het ligt voor de hand dat Schr. de Nederlandse aesthetica in de 19de eeuw noch in de ruimte noch in de diepte heeft kunnen behandelen. Dat zou een respectabel aantal jaren van onverpoosde arbeid vergen. Zijn bedoeling is niet geweest, een geschiedenis van de ontwikkeling in haar geheel te geven; hij heeft zich beperkt tot het voorlopig peilen en meten van ‘eenige diepte- en hoogtepunten’.
Deze liggen grosso modo tussen Van Alphen en Bolland. De lezer zal het op prijs stellen dat behalve de ‘scheppende’ kunstenaars, de critici en de essayisten, ook de geleerden onder de loupe genomen worden, i.e. Opzoomer, Pierson, Kuyper, en Bolland. Bovendien worden schilderkunst, bouwkunst en muziek niet verwaarloosd: zo wijdt Schr. bijv. lezenswaardige beschouwingen aan Jan Vethe en aan de lotgevallen van de ideeën in zake monumentale kunst. Dat alles past uitstekend in het raam van deze studie, die aldus de verdienste krijgt een, althans in zijn voornaamste aspecten, veelzijdig beeld te ontwerpen. Daarentegen is het niet duidelijk waarom uitgeweid wordt over Derkinderen en Diepenbrock: zij nemen met hun werk ongetwijfeld een belangrijke plaats in het cultuurleven van hun tijd in, maar zijn geen theoretici geweest als bijv. een Crane of een Berlage. Eigenaardig voor de werkwijze van Schr. is eveneens dat de Nieuwe Gidsers niet uitvoeriger, vooral niet aan de hand van hun talrijke theoretische en critische uitlatingen worden besproken.
Hadden wij sommige punten grondiger en sommige liefst anders behandeld gezien, deze studie blijft niettemin een verdienstelijk proefstuk. In de eerste plaats omdat het als eerste de materie in een behoorlijk gevarieerd overzicht onderbrengt. In de tweede plaats om enkele geslaagde raccourci's, o.m. van Bilderdijk als tegenvoeter van de Verlichting, van Thijm, die de belangstelling voor de Middeleeuwen wist op te stoten ‘tot een bezield zich-inleven van den geest’, van Vosmaer ‘een ethicus’, van Pierson, een ‘kunstzinnigen predikant’ en van Kuyper, voorvechter van wat men een calvinistische aesthetica zou kunnen noemen. - Wij wensen dan ook dat Schr. tijd en gelegenheid moge vinden om het eenmaal verkend terrein verder te ontginnen.
R.F. LISSENS.
| |
Goede ontspanningslectuur
In de herziene uitgave van Conscience's Volledige Werken, bij de N.V. De Sikkel en de N.V. Standaard-Boekhandel te Antwerpen verscheen een nieuwe editie van Conscience's historische roman ‘De Boerenkrijg’ (prijs, gen. 60 frs, geb. 78 frs). In het jaar van de Boerenkrijg-herdenking verschijnt de herdruk van deze goed-gedocumenteerde en uitmuntend-verhalende roman te gepasten tijde.
In het Vlaamse land is misschien minder
| |
| |
bekend dat de werken van de Ardeense schrijver Arthur Masson, inzonderheid zijn ‘Toine Culot’ in Franstalig België en ook in Frankrijk sinds enkele jaren ‘best-sellers’ zijn. Arthur Masson is een regionalist, die innig vertrouwd is met de geest van de Waalse landelijke bevolking, maar bovendien een fijn psycholoog en vooral humorist. Men kan het succes van zijn Toine-figuur, voor wat de onweerstaanbare populariteit betreft, vergelijken met de Vlaamse ‘Witte’ van Ernest Claes. Zo pas verscheen van hem in Nederlandse vertaling ‘Toine Culot. Uit het leven van een Ardeense dikzak’ (Uitg. Vanderlinden, Brussel; prijs: 67.50 frs). Het is een volksboek, dat omwille van zijn menselijke ontroeringskracht, zijn psychologische finesse en vooral zijn smaakvolle humor ook door intellectuelen graag zal worden gelezen. Vertelkunst van het zuiverste en fijnste gehalte. De vertaler Dr C.A. Stessens stond voor de bijzondere moeilijkheid de landelijke-Waalse humor, met zijn specifiek jargon, in treffend Nederlands om te zetten. Hij is daarin uitstekend geslaagd. Zijn vertaling is niet enkel correct, maar bovendien keurig en voornaam.
‘Van Paters en Studenten’ is een reeks korte verhalen door J. Spanhove M.S.C. Zij handelen over het studentenleven in en rond het missie-seminarie te Assche (Brabant), met frisse aandacht voor het bonte en speelse jongensbestaan en af en toe een diepere blik in hun zieleleven. Boeiend en pretentieloos verteltalent, met gezonde kijk op de jongenspsychologie (Uitg. Missiehuis, Assche; prijs: 30 fr.)
Bij de Leidse Uitgeversmaatschappij verschenen twee romans van een nieuwe Noordnederlandse auteur D.J. Van der Laan: ‘De Vrouw, de Weg en het Huis’ en ‘Wrok’. Beide zijn volksromans, die boven het gemiddelde peil staan, niet zonder letterkundige verdienste en voor rijpere lezers geschikt (prijs van beide: f. 5,90).
Een der beste volksromans in de jongste tijd verschenen is ‘De Schuldenaar’ een historische roman van V. Sirolf, bekroond in de Gottmer-romanprijsvraag (Uitg. Gottmer, Haarlem; prijs: f. 4.90).
| |
Plastische kunsten
Bij de N.V. Wereldbibliotheek (Antwerpen-Amsterdam) verscheen van J.S. Witsen Elias een studie over het werk van ‘Leonardo Da Vinci’ (prijs: fl. 7.90), een vulgariserend werk, dat geen nieuw licht brengt maar de bestaande literatuur uitstekend resumeert. Goede bibliografie en 47 afbeeldingen. Bij dezelfde uitgever publiceerde Dr. A. Van der Boom de eerste samenvattende studie in het Nederlands over ‘Hans Holbein de Jongere’, die een uitmuntend, overzichtelijk-synthetisch en vulgariserend, beeld geeft van deze Engelse hofschilder (prijs: 150 frs). Het Belgisch Ministerie van onderwijs nam het lofwaardige initiatief onze Vlaamse en Waalse plastische kunst in het buitenland te leren kennen door de uitgave van degelijke monografieën over onze moderne artisten. Een twintigtal studies worden in 't vooruitzicht gesteld. Ze zullen met mooie afbeeldingen zijn verlucht. Ze worden, ook in Nederlandse versie, uitgegeven door de Uitg. De Sikkel, Antwerpen. De prijs, gebonden, is 60 frs. Een eerste monografie verscheen over ‘Henri Evenepoel’ van de hand van de Brusselse letterkundige Franz Hellens; een tweede door de Frans-Belgische criticus Charles Bernard over ‘Isidoor Opsomer’, een derde door André De Ridder over ‘Georges Minne’. Wij kunnen slechts de wens uitdrukken dat dit officieel initiatief aan al onze degelijke critici, zonder enige vooringenomenheid of partijdige exclusieve, de kans zal gunnen mede te werken.
| |
Geschiedenis
De vertaling van het meest classieke werk van de grote Engelse cultuurhistoricus Cristopher Dawson ‘Progress and Religion’ onder de titel ‘Vooruitgang en Religie. Een historisch onderzoek’ (Uitg. Sheed and Ward, Brussel, prijs: 80 frs gen. en 105 frs geb.) moet met vreugde worden begroet. Na onderzoek en critiek van de Vooruitgangsgedachte, als inspirerende factor van de moderne Westeuropese beschaving, onderzoekt hij de gegevens van de anthropologie en van de vergelijkende godsdienststudie in verband met het probleem van de wording en de grondslagen der menselijke cultuur. Vooral aan de rol van de religieuze factor in het ontstaan en de groei der culturen wordt ruime aandacht gewijd. Schitterende bladzijden besteedt Dawson aan de rol van het Christendom bij het ontstaan, de ontwikkeling en opbloei van de Westerse beschaving. Het laatste deel van zijn werk staat in het
| |
| |
teken van een scherpe cultuur-critiek, die uitgaat van de gedachte dat de regressie van de religie het verval en de ontbinding van de Westeuropese cultuur bepaalt. Reeds enkele jaren geldt dit boek van de Katholieke cultuurhistoricus als een der machtigste cultuurhistorische synthesen van deze tijd. Wij hopen dat het onder de Nederlands-lezenden ruime verspreiding zal vinden, maar betreuren de schamele, on-aesthetische uitgave van deze vertaling voor zulk een dure prijs.
Een even kundige als boeiende biografie over Isaac Newton is het werk van de Zwitserse hoogleraar Friedrich Dessauer, dat zo pas door Ir. A.J. Dijker in het Nederlands werd vertaald ‘Isaac Newton's Levensreis tot Scheppend Inzicht’ (Uitg. De Kern, Den Haag). Een biografische roman, met spanning en verve, waarin de ontdekkingen van de grote geleerde vulgariserend zijn verwerkt. Om het bewogen verhaal van Newtons leven niet te onderbreken geeft de schrijver in aanhangsel een overvloed van aantekeningen, waarin historische, natuurwetenschappelijke en filosofische verklaringen over al de aspecten van Newton's denken worden geschonken.
In vertaling van Dr. W.R. Van Brakel Buys brengt de Uitg. In den Toren (Naarden) een verzameling beschouwingen van Horace Shipp ‘Woorden die de Wereld vormden’, korte en vaak al te incomplete en ongeschakeerde bespiegelingen over de Bijbel, Platoon's ‘Republiek’, Augustinus' ‘De Civitate Dei’, de Koran, Dante's Commedia, Shakespeare's drama's, Bunyan, Milton, Darwin en Marx.
Ten behoeve van medische studenten en artsen, gaf Dr. G.A. Lindeboom enkele beschouwingen ten beste over het leven en de opvattingen van ‘Hippocrates’ (Uitg. Het Kompas, Antwerpen - L.J. Veen, Amsterdam; prijs: gen. 45 frs., geb. 65 frs).
De Engelse historicus, essayist en diplomaat Duff Cooper, voormalig Engels Ambassadeur te Parijs heeft een van zijn beste boeken gewijd aan ‘Talleyrand’. In de Nederl. vertaling van J. Kernkamp-Muyderman verschijnt het thans bij J.H. Meulenhoff te Amsterdam, (prijs geb. 7.90 fl.). Men leest dit werk, zoals de meeste geschriften van Cooper, als een historische roman, vol leven en beweging, humor en intelligente psychologie. Een der grootste en meest gewetenloze diplomaten en avonturiers, die de Europese politiek ooit heeft gekend, sluw en beheerst, verbluffend en geraffineerd, wordt in zijn publiek en persoonlijk leven geschetst, tot aan zijn bekering in het uur van zijn dood. Een levendige en leerrijke historische biografie!
Dr M. Van Durme publiceerde als nr 4 van de brochuren-reeks 1948 van de ‘Katholieke Vlaamse Hogeschooluitbreiding’ een korte studie over de verhouding van ‘Antoon Perrenot van Granvelle’ als beschermheer van Christoffel Plantijn (Uitg. N.V. Standaard-Boekhandel, Antwerpen, prijs: 25 frs).
Dr. Theo Luyckx, vooraanstaand Vlaams historicus van de jonge generatie, publiceerde een omvangrijke monografie over ‘Johanna van Constantinopel, Gravin van Vlaanderen en Henegouwen’, die door de Kon. Vl. Academie met goud werd bekroond en in de reeks van haar Verhandelingen opgenomen (Uitg. N.V. Standaard-Boekhandel, Antwerpen, prijs gen. 450 frs, geb. 480 frs).
‘Thomas Morus’ van de Amerikaanse katholieke historicus Daniel Sargent heeft vroeger in Franse vertaling in onze gewesten reeds populariteit verworven. Thans verschijnt ook een Ndl. vertaling bij de Uitg. Sheed and Ward (Brussel). Deze biografie over de grote Engelse humanist, staatsman en heilige, is zo boeiend omdat ze al de nauwkeurigheid heeft van de wetenschappelijk-verantwoorde historiographie, maar bovendien de levendigheid van een historische roman. Het tijdsbeeld én het karakterbeeld van Morus worden beide met fijne en kleurrijke toetsen geschetst. Bovendien is dit werk nog uitgegroeid tot een bezield getuigenis voor een heldhaftig-schone figuur. In onze tijd wordt veel over christelijk humanisme getheoretiseerd, waarbij men soms vergeet te beklemtonen dat deze leer slechts reëel bestaat in zoverre zij vooreerst in concrete houdingen en gestalten wordt geactualiseerd. Humanisme is geen betoog of theorie, maar een dagelijks doorleefde realiteit. Men schouwe dan op naar Morus. Daarom is het zo goed dat dit boek thans wordt vertaald. Morus: heilig én kunstminnend, levenslustig én verstorven, ernstig én geestig, principieel én ruimziend, karaktervast én mild, ten volle ingezet in de tijd en verbonden met de hemel, kortom met al de paradoxale spanningen, die het concrete beleven van het christelijk humanisme eigen zijn. Morus: een ziel die vijand was
| |
| |
van alle barbarisme, dwingelandij, onderjukking, dweepzucht, heerszucht en grofheid, een ziel waarin dat samenspel der natuurlijke en bovennatuurlijke waarden een verrassende harmonie heeft gevonden, zo voltooid dat hij met een glimlach zijn hoofd op het kapblok lei. De vertaling van H. Zwartebroeckx getuigt van zorg en tactvolle kunde.
‘Verkenningen door onze Geschiedenis’ van Dr. Leo Delfos (Uitg. Biblion, Brugge-Amsterdam, prijs: 50 frs) bundelt een reeks historische studiën over Vlaamse politieke geschiedenis, waarvan enkele zoals die over ‘Conscience's Leeuw van Vlaanderen en de historische werkelijkheid’ en ‘Het Batig slot van den Spaanschen Brabander’ ook voor de geïnteresseerden in de letterkundige en culturele geschiedenis boeiend zijn.
Onder de titel ‘De Middeleeuwen’ (Uitg. Kompas A'pen - L.J. Veen, A'dam, prijs, geb. 6.90 fl.) vertaalde J.A. Meyers een groot gedeelte van Henri Pirenne's ‘Histoire du Moyen-âge’, namelijk het deel over de economische en sociale geschiedenis van dat tijdperk.
Naast zijn beroemde ‘Histoire de Belgique’ is de ‘Histoire de l'Europe des invasions au XVIe siècle’ een der meest beroemde werken van Henri Pirenne. Van dit laatste werk verscheen ook, bij de Uitg. Het Kompas, A'pen - L.J. Veen, A'dam, een Nederlandse vertaling: ‘Geschiedenis van Europa van de invallen der Germanen tot de 16e eeuw’ door Dr J.A. Schröeder en Prof. Dr J.F. Niermeyer (prijs: geb. f. 14.50). De grote kenner van de Middeleeuwse geschiedenis heeft hierin een meesterlijke hoogte bereikt, niet het minst door zijn gave van synthetisch inzicht en zijn glasheldere, geschakeerde stijl.
De populaire en wijd-verspreide ‘Pocket history of the U.S.’ van Allan Nevins en Henry Steele Commager verscheen in Nederlandse vertaling van L. Kylstra bij de N.V. Wereldbibliotheek (Antwerpen-Amsterdam): ‘Beknopte Geschiedenis der Verenigde Staten van Amerika’ (400 blz.). Het is geen speciale geschiedenis, maar een schets van de ontwikkelingsgang van heel de Amerikaanse samenleving en beschaving. Breed en vulgariserend gesteld, wordt zij gedragen door de gedachte van de democratische vrijheidsgeest, die doorheen de geschiedenis van het Amerikaanse volk tot rijpheid is gegroeid. Dit populaire boek is een rijke bron tot algemene en vlotte kennismaking met de wording en evolutie der Amerikaanse natie.
In de brochuren-reeks van de Kath. Vl. Hogeschooluitbreiding verscheen als Nr 5 in de Jg. 1948 een vulgariserende studie van Dr G. Vandebeek O.F.M. over ‘De Hellenistische Isis’. Het hellenisme is de periode in de Griekse beschaving, die na de klassieke bloei-periode begon met Alexander en die in het Westen reikt tot het rijk van Augustus, in het Oosten tot het Byzantinisme. In deze overgangsperiode bestudeert Schr. een belangrijk aspect van het godsdienstig leven: de cultus van de godin Isis, een aanlokkelijke maar duister-syncretistische figuur uit de hellenistische godenwereld. Een studie, die ondanks een vlot-geschreven en vulgariserende betoogtrant, van specialistisch-wetenschappelijke gevormdheid getuigt (Uitg. N.V. Standaard-Boekhandel, Antwerpen, prijs: 25 frs; 84 blz.).
Dr H.D.
| |
Wijsbegeerte
‘Philosophia. Beknopt handboek tot de geschiedenis over het wijsgerig denken’ is een verzamelwerk onder leiding van Prof. H. Van Oyen (Groningen), waarvan zo pas het eerste deel verscheen, dat de geschiedenis van de wijsbegeerte van Indië tot de Renaissance behandelt (Uitg. W. De Haan, Utrecht; 246 blz.). De bedoeling is een overzicht van de grote stromingen te schenken, dat zich niet in détails van namen en feiten verliest. Daar de medewerkers deskundigen zijn die in wereldbeschouwing en wijsbegerige opinie verschillen, hindert hier en daar het tekort aan homogeniteit. Prof. H. Oldewelt schrijft over de Griekse wijsbegeerte, Dr. Loenen over de filosofie van de hellenistisch-romeinse tijd, Juffr. Prof. C. De Vogel behandelt uitvoerig de Griekse en Latijnse patristiek en Prof. Th. Van Stockum de scholastiek en mystiek der Middeleeuwen. Zijn beschouwingen over Eckart en Ruusbroec zijn ontvankelijk voor critiek. Met een kort opstel van dezelfde schrijver over de wijsbegeerte van Renaissance, Humanisme en Reformatie wordt dit eerste deel besloten.
De privaat-docent in existentie-philosophie aan de Universiteit van Amsterdam Dr. B.
| |
| |
Delfgaauw schreef een aanbevelenswaardig boekje over ‘Wat is Existentialisme?’ (Uitg. N.V. Noord-Hollandsche Uitgeversmij. A'dam, prijs 75 frs). Uitvoeriger en even degelijk is de critische studie aan het existentialisme gewijd door Roger Troisfontaines ‘Existentialisme et Pensée Chrétienne’ (Ed. E. Nauwelaerts, Louvain, prijs: 45 frs). Beide werkjes zijn de beste inleidingen tot het moderne existentialisme, die wij onze lezers niet-philosophen kunnen aanbevelen. Beide zijn uitmuntend van begrip in hun expositie van de existentialistische principes, en getuigen van secure critische zin, die door een christelijk-spiritualistisch standpunt wordt geïnspireerd.
Voor wijsgerig-geschoolde lezers is de vertaling van Heideggers ‘Vom Wesen der Wahrheit’ in het Frans een aanleiding om met een der belangrijkste wijsgerige geschriften van de Duitse existentialist kennis te maken. De vertaling ‘De l'essence de la Vérité’. (Uitg. E. Nauwelaerts, Louvain, prijs: 45 frs) werd bezorgd door de beste Heidegger-kenner, ook in het buitenland aldus gewaardeerd, de Leuvense hoogleraar A. De Waelhens, in samenwerking met een van Heidegger's beste leerlingen Walter Biemel. De uitvoerige inleiding van Prof. De Waelhens over Heideggers werk verdient bijzondere aandacht.
De geschriften van Nikolaj Berdjajew genieten in deze tijd groot succes. ‘Vrijheid en Geest’ (Uitg. Servire, Den Haag) is reeds het 4e boek dat sinds de oorlog van hem in Nederlandse vertaling verscheen. Dit werk behandelt enkele fundamentele problemen van religieuze philosophie, waaronder de verhouding van geest en natuur, van geest en geloof, van het Kwaad, van God en mens, van de mystiek en de Kerk op de voorgrond komen. Deze eeuwige kernproblemen van het wijsgerig denken in de christelijke traditie worden behandeld met de scheppende vrijheid van iemand, die buiten elke wijsgerige school en buiten het dogmatisch Christendom staat. Getuigenis van spiritualistisch personalisme, maar onverzoenbaar met elke strenge verstandslogica of orthodoxie. Een schitterend wijsgerig essay, geschreven met het pathos dat Berdjajew kenmerkt en dat hier en daar niet van opgeschroefdheid, gebrek aan orde en klaarheid is vrij te pleiten.
Van J.W.T.E. Siks verscheen bij Uitg. Servire, Den Haag, een vulgariserende uiteenzetting over ‘Spinoza. Leer en Leven’. Geen technische studie voor specialisten, maar een bevattelijk exposé van de leer van hem, die Verwey eens de ‘Heilige Benedictus’ noemde - in Katholieke oren klinkt het wat schendend - en in wie Schr. een groot redder voor de huidige mensheid ziet. Schr. laat meestal de wijsgeer zelf aan het woord en kiest treffende excerpten uit Spinoza's voornaamste werken. In zijn commentaar behandelt hij enkele actuele aspecten van Spinoza's leer, waarbij hij o.m. haar incompatibiliteit met het Katholicisme beklemtoont.
Bij de N.V. Wereldbibliotheek (A'dam-A'pen) verscheen de eerste algemene Nederlandse bibliografie voor wijsbegeerte, samengesteld door J.J. Poortman ‘Repertorium der Nederlandse Wijsbegeerte’, waarin ook de publicaties van Vlaams-België zijn begrepen. In het eerste deel is deze bibliografie gerangschikt volgens de alfabetische lijst van de wijsgerige begrippen, in het tweede deel volgens de alfabetische lijst der persoonsnamen. Wij kunnen vaststellen dat uit de Vlaamse wijsgerige literatuur heel wat namen en titels ontbreken. Colle, Kriekemans, Lamberty, Leemans e.a. worden niet vermeld. Nochtans blijft dit repertorium een zeer nuttig naslagwerk, dat door zijn ruim opzet niet enkel de wijsgerige studenten maar ook de beoefenaars van de aesthetica, de literatuur- en cultuurgeschiedenis veel diensten kan bewijzen.
Dezelfde uitgeefster publiceerde van de inmiddels overleden Dra. H.M. Boissevain een vertaling van Platoon's tractaat over ‘De Staat’ in verkorte uitgave. De belangrijkste fragmenten werden integraal weergegeven, minder belangrijke werden weggelaten; het geheel werd door een verbindende tekst gevrijwaard. In deze vertaling ontbreken helaas verklarende noten van historischen en wijsgerigen aard, zodat voor lezers die niet in de wijsbegeerte en de classieke oudheid zijn ingewijd een compleet begrip van de tekst op sommige plaatsen moeilijk is.
‘Filosofie voor deze tijd’ is een vertaling door Rob Limburg van een filosofisch essay van Dr. C.E. Joad ‘Philosophy for our
| |
| |
times’, een vlot en concreet-denkend boek van essayistischen aard, dat vooral een krachtig pleidooi wil zijn voor een spiritualistische waardenleer. Het critisch gedeelte neemt stelling tegen het hedendaagse materialistendom in zijn vele verschijningsvormen en wil, van wetenschappelijk standpunt uit, de twijfelachtige realiteit van de zgn. empirische wereld in het licht stellen; het constructief gedeelte verdedigt de realiteit en objectiviteit van de waarden als rechtmatige objecten van het menselijk verlangen. Practische conclusie hiervan is de afwijzing van het hedonisme op moreel en van het staatsabsolutisme op politiek terrein. Tegenover het bestaan van God neemt de Schr. een agnosticistische houding aan.
Dr. J. Gonda, hoogleraar te Utrecht, publiceerde met ‘Inleiding tot het Indische Denken’ (‘Philosophische Bibliotheek’, N.V. Standaard-Boekhandel, Antwerpen) het eerste synthetisch-complete boek over Indische philosophie, dat in onze taal verschijnt. Hij behandelt hierin niet enkel de stricte wijsgerige literatuur maar de gehele Indische wereldbeschouwing, met haar eigen verleden, aanleg en begrippenwereld. In een tijd waarin de Indische cultuur zo veel aantrekkingskracht uitoefent op Europa niet zozeer in de wijsbegeerte als wel in de godsdienst, de sociale ethiek en de kunst, zal deze ‘inleiding’ aan de wens van velen tegemoet komen. Moge de geleerde schrijver er spoedig toe komen ons de inleiding tot de Indische aesthetica te schenken, die hij in 't vooruitzicht stelt.
| |
Buitenlands proza
Leo Tolstoi: Anna Karenina. Uitg. Het Kompas N.V. Antwerpen. Prijs: 130 frs.
Kate O'Brien: Ana de Mendoza. Uitg. Het Kompas N.V. Antwerpen (nr 4 van de Feniksreeks, 1948). Prijs: gen. 40 frs. geb. 60 frs.
Adalbert Stifter: Brigitta. Uitg. Het Kompas N.V. Antwerpen (nr 5 van de Feniksreeks, 1948). Prijs: gen. 40 frs. geb. 60 frs.
E.T.A. Hoffmann: De Elixers van den Duivel. Vertaald en met inleiding voorzien door Nico Van Suchtelen. Uitg. Wereldbibliotheek N.V. Antwerpen-Amsterdam.
Arthur Koestler: Dieven in de Nacht. Uitg. De Bezige Bij, Amsterdam. Prijs: geb. 118 frs.
Franz Hellens: Sluimerende Lichten (verhalen). Uitg. A.W. Sijthoff, Leiden, 1948, fl. 3.80.
Nicolai Ljeskof: De kunstenmaker Pamphalon. Uitg. N.V. Wereldbibliotheek, Amsterdam-Antwerpen.
Adalbert Stifter: Kulturpolitische Aufsätze. Auswahl von Willi Reich. Benziger Verlag. Einsiedeln-Zürich.
De grote Oostenrijkse verteller en romancier, die oorspronkelijk jurist was, geeft in deze bundel beschouwingen over staat, recht en opvoeding, die sterke invloed van Herder verraden maar heden ten dage nog treffen als een intelligent pleidooi voor vrijheid, maatgevoel en humaniteit, als serene afwijzing van passie en revolutionnair geweld. Inzonderheid het opstel ‘Ueber Stand und Würde des Schriftstellers’ zou mogen vertaald worden en door alle schrijvers van vandaag bemediteerd.
Adalbert Stifter: Bergkristal. Uitg. Het Kompas N.V., Antwerpen. Prijs: gen. 25 frs.
Louis Hémon: Maria Chapdelaine. Vert. Dr. M. Premsela. Uitg. J.M. Meulenhoff, A'dam.
|
|