| |
| |
| |
Amerikaanse letteren
Steinbeck op zoek naar de ware mens
door Jos van der Steen
‘Zwei Seelen wohnen, ach! in meiner Brust,’
Goethe - Faust.
Geen enkel Amerikaans schrijver bezit de versatiliteit van John Steinbeck en de inhoud van zijn werk is zo verscheiden dat Lewis Gannett eens zegde dat geen twee boeken van Steinbeck in hetzelfde koffertje passen. Geheel waar is deze uitspraak niet gebleven; met de jaren is zij gedevalueerd daar ‘Cannery Row’ (1945) een tweede ‘Tortilla Flat’ (1935) was en ‘The Grapes of Wrath’ (1939) in meer dan een opzicht op ‘In Dubious Battle’ (1936) gelijkt. Niettemin blijft het oeuvre van Steinbeck rijk aan afwisseling en omvat zowel de sociale als de schelmenroman, het reisverhaal als de propaganda, de novelle als de roman en de korte roman.
In zijn geheel gezien zijn er echter in het oeuvre van Steinbeck twee duidelijk afgetekende richtingen te bespeuren: de ene een romantische liefde voor het zorgeloze zonnekloppersleven, de andere een diepe bekommernis met de sociale problemen van onze tijd.
Tot de eerste soort werken behoren ‘Tortilla Flat’, ‘Cannery Row’, ‘The Wayward Bus’ (1947) en tot de tweede ‘In Dubious Battle’, ‘The Grapes of Wrath’ en in mindere mate ‘The Moon is Down’. De andere werken van Steinbeck zijn moeilijker te catalogiseren omdat zij elementen bevatten zowel van de eerste richting als van de tweede. In dit geval bevinden zich de novellenbundel ‘The Long Valley’ (1938) en ‘The Pastures of Heaven’ (1932), dat eveneens een novellenbundel is ai zijn de verhalen door een eenheid van plaats verbonden. Het reisverhaal ‘Sea of Cortez’ dat Steinbeck in 1941 schreef na zijn expeditie naar de Galapagoseilanden - expeditie die hij ondernomen had om te ontsnappen aan het tumult dat zijn ‘Grapes of Wrath’ uitgelokt had - moet uiteraard buiten beschouwing blijven evenals ‘Bombs Away’ (1942) door Steinbeck geschreven in opdracht van de Amerikaanse Luchtmacht. Zelfs is dit boek dat de training beschrijft van een bommenwerpersteam een vlek op zijn wapenschild omdat er een zeker chauvinisme in te vinden is. Al is het maar een snuifje toch past het niet bij
| |
| |
een schrijver als Steinbeck, vooral daar het chauvinisme in de Amerikaanse letterkunde een zeer zeldzaam verschijnsel is.
Het eerste boek van Steinbeck ‘Cup of Gold’, dat in 1929 verscheen, kan gerust tot de luchthartige richting in zijn werk gerekend worden, die men de picareske zou kunnen noemen. Dit zeeroversverhaal draagt de ongelukkige ondertitel ‘A Life of Sir Henry Morgan Buccaneer with Occasional References to History’, een titel, die het van meetaf aan in discrediet brengt. Het is een typisch product van de ontspanningslectuur die men in de Verenigde Staten ‘escapist’ noemt, een zeer oppervlakkig roman, zonder karaktertekening, zelfs zonder veel tempo, waarin niets tenzij een enkele passage de toekomstige grote schrijver verraadt. De romantiek, het verlangen van Henry Morgan om ‘La Santa Roja’, een raadselachtige schone, te leren kennen en dat hem aanzet tot zijn grootste wapenfeit, de inname van Panama (toen Cup of Gold genoemd), wettigen het classeren van deze roman onder de term picaresk.
‘Pastures of Heaven’, het tweede boek van Steinbeck, dat evenals Cup of Gold - dat het echter verdiende - door het publiek onopgemerkt werd voorbijgegaan, was een aanzienlijke vooruitgang. Het is een bundel van twaalf novellen die zich alle in Californië afspelen in de mooie vallei ‘Hemelse Weiden’ geheten. De verhalen zijn zeer verscheiden van aard, tragisch, amusant, romantisch, vrolijk en enkele ervan getuigen van een zeer sterke techniek.
Ook ‘To a God Unknown’ (1932) vermocht niet Steinbeck beroemd te maken, maar met ‘Tortilla Flat’ (1935) werd de aandacht van het publiek op hem gevestigd. Dit burlesk verhaal van Danny en zijn vrienden-vagebonden is het boek van Steinbeck dat het best getuigt voor zijn voorliefde tot de schelmenroman. De vrolijke, losse avonturen van de paisano's vielen het publiek erg in de smaak: het gewild naïeve, de stupiede verontschuldigingen voor de gebreken van de dagdieven, de soms twijfelachtige humor werden vergeten bij het aangename, vlotte verhaal.
Het succes van Tortilla Flat verdwaasde John Steinbeck niet en zijn volgende werken werden geen imitaties van zijn schlager, integendeel het waren ernstige, sociale romans.
Eerst in de novellenbundel ‘The Long Valley’, in 1938 verschenen, vindt men nog sporen van het picareske. De novellen ‘The Harness’ en ‘The Murder’ zijn van het lichtere genre evenals ‘Saint Katy the Virgin’ dat vrij smakeloos is. De meeste verhalen uit ‘The Long Valley’ zijn echter ernstig, enkele tragisch, en toen in 1939 ‘The Grapes of Wrath’ verscheen zou men kunnen menen hebben dat de jolige Steinbeck dood was. Men moest wachten tot in 1945 om met ‘Cannery Row’ nog eens een verhaal te krijgen dat ‘God schept de dag’ als motto droeg. Doe, waarvan dr. Phillips uit de novelle ‘The Snake’ het prototype was, is de enige ernstige figuur in Cannery Row en hij doet het boek minder als nonsens voorkomen dan Tortilla Flat en minder dwaas burlesk. Langs de andere kant komt Steinbeck er openlijk in uit voor zijn opvatting dat luieren de ware levenswijsheid is en het lijkt er op
| |
| |
dat hij met ‘Cannery Row’ een apologie wou schrijven van de vagebond, de nietsnut en de lichtekooi.
‘The Wayward Bus’ (1947), een tranche de vie van de passagiers op een autobus is niet bedoeld als licht verhaal, maar vele elementen wijzen op de voorkeur van Steinbeck voor een eenvoudig, kommerloos bestaan en op zijn afkeer van het valse, schijnheilige leven in de moderne maatschappij.
‘In Dubious Battle’ (1936) is het eerste boek van John Steinbeck waarin hij de sociale tekortkomingen van onze beschaving onder het oog brengt. Het is de roman van een fruitplukkersstaking, maar in tegenstelling met ‘The Grapes of Wrath’ waarin de staking slechts een ondergeschikte rol speelt en enkel het uitwendige ervan geschilderd wordt, heeft Steinbeck ze in ‘In Dubious Battle’ waarin ze hoofdzaak is, vanuit het standpunt van de agitators beschreven, twee communistische propagandisten die naar de Torgasvallei kwamen met het inzicht een staking uit te lokken en die zich zelf en niemand ontzien om tot hun doel te komen. Jim Nolan, de hoofdpersoon van het boek - een van de agitators - kwam reeds voor in ‘The Raid’ uit The Long Valley, en hij is een van de sympathiekste figuren die Steinbeck geschapen heeft, een communistische heilige. ‘In Dubious Battle’ waarvan de titel ontleend werd aan Milton, is een zeer knap boek, levensecht en spannend: niet alleen is er de onmeedogende tactiek van de stakingsleiders uitstekend in uitgebeeld, maar ook de massa is meesterlijk weergegeven, de logge moeilijk te bewegen massa, die wanneer ze echter reageert geweldig en onweerstaanbaar is als een natuurkracht.
‘In Dubious Battle’ werd alleen overtroffen door ‘The Grapes of Wrath’ (1939), dat, veel breder en grandiozer opgevat, een sociaal epos is van het formaat van ‘De Negerhut van Oom Tom’. Deze meesterlijke roman is veel meer dan de geschiedenis van de familie Joad. Door een geniaal gebruik van beschrijvende tussenkapittels - in feite zijn er meer beschrijvende dan gewone hoofdstukken - werden de lotgevallen van de Joad's opgenomen in de schildering van de tragische volksverhuizing naar Californië. Veel meer dan de rol van een fresco te vervullen waarvoor zich een roman afspeelt, fungeren deze beschrijvende en diep-symbolische tussenkapittels als de essentie van ‘De Druiven der Gramschap’ en zij geven er de algemeen-menselijke waarde aan. ‘The Grapes of Wrath’ is inderdaad meer dan een weergave van hongersnood en ellende, het is het epos van de strijd van de mens tegen een naamloos en gevoelloos kapitalisme, dat niet eens opzettelijk slecht is, maar destructief door zijn bestaan alleen. ‘De Druiven der Gramschap’ is een roman die zo geweldig van betekenis is dat zijn tragiek slechts te vergelijken is met deze van de oude Griekse drama's.
‘The Moon is Down’ (1941), in het Nederlands minder poëtisch vertaald als ‘De Vliegenvanger’, kan ook beschouwd worden als een sociale roman al is hij hoofdzakelijk politiek. Hij speelt in een land dat door de Duitsers bezet wordt en het verzet is zeer goed geschilderd, misschien een tikje te krachtig en te gevaarlijk, maar men mag niet vergeten dat het verhaal geschreven
| |
| |
werd in 1941. Voor de oorlogsrampen als honger en koude die in 't algemeen zwaarder wogen dan de verdrukking van de geest, heeft Steinbeck weinig gevoel, maar het voornaamste tekort van ‘The Moon is Down’ is dat Steinbeck geen Duitsers kende. Zijn Duitsers, vooral de hysterische luitenant Tonder, dulden geen serieuze Ahnenforschung: hun wieg stond waarschijnlijk niet in Pruisen of in Pommeren maar in Hollywood.
Met de novellen ‘The Raid’ en ‘The Vigilante’ uit The long Valley duiden ‘In Dubious Battle’, ‘The Grapes of Wrath’ en ‘The Moon is Down’ de sociale richting aan in het werk van Steinbeck en op de novelle ‘The Vigilante’ na - wat schreven Lilian Smith en Erskine Caldwell veel aangrijpender over een lynchpartij! - behoren deze drie boeken tot het beste dat Steinbeck voortgebracht heeft.
***
‘And Poetry is man's rebellion against being what he is.’
James Branch Cabell - Jurgen.
Op het eerste zicht schijnen de picareske strekking en de sociale zo geweldig uit elkaar te lopen dat men zou willen spreken van een persoonlijkheidssplitsing bij Steinbeck, een literaire schizophrenie. Inderdaad schijnen onbekommerde en zelfs uitbundige luchthartigheid en oprechte verontwaardiging over de oorzaken van de menselijke ellende tegenstrijdige gevoelens die onmogelijk in een hart samen kunnen leven. Toch zijn ze verklaarbaar in het geval van Steinbeck.
Zijn gehele werk, zijn gehele leven is een zoeken naar de natuurlijke, eenvoudige mens, de ‘homo simplicissimus’. Al zijn helden vanaf Henry Morgan, de zeerover uit Cup of Gold, tot Juan Chicoy, de sensuele chauffeur uit The Wayward Bus, trachten een eenvoudig, gezond natuurleven te leiden vrij van de wetten en verplichtingen en de routine van de maatschappij. De conflicten in hun leven ontstaan wanneer hun natuurlijk streven in botsing komt met de machten buiten hen, met de beschaving van de twintigste eeuw, met kapitalisme en machine.
Zeer nieuw is deze opvatting niet. Talrijke kunstenaars en philosofen hebben de maatschappij voor de oorzaak van het kwaad gehouden. Schreef zelfs Laotse niet in ‘Verval’:
en zo ontstond er zedelijkheid
Bij Steinbeck is het noodlot niet langer een Griekse Moira maar de moderne maatschappij met haar talrijke gebreken. Het geluk is volgens hem slechts te
| |
| |
vinden in een vrij, primitief bestaan, in een natuurleven zoals Rousseau het aanprees. Nergens heeft Steinbeck zijn opvattingen zo duidelijk uitgedrukt als in ‘Junius Maltby’ uit The Pastures of Heaven, waarin diens zoontje als in een paradijs leeft, gelukkig en zonder zorgen, tot op de dag dat hij verplicht wordt naar school te gaan.
Reeds dikwijls heeft men geschreven dat een schrijver slechts een thema heeft en inderdaad kan de organische opvatting van een gezamenlijk oeuvre niet hoog genoeg aangeslagen worden: alle werken van een schrijver zijn immers producten van één enkele geest, van één enkel hart, van één bepaalde sociale of politieke opinie. Natuurlijk moet er rekening gehouden worden met de groei van een schrijver, met een verandering van levensopvatting, vanzelfsprekend heeft ieder werk zijn persoonlijk accent, legde de schrijver de nadruk op een speciaal gevoel, op een bepaalde opinie, of op bijzondere toestanden, doch onvermijdelijk vertoont een volledig werk een zeer klare eenheid van gedachten, gevoelens en verlangens.
Bij Steinbeck is dit thema het ‘natura convenienter vivere’, het leven volgens de natuurlijke aanleg, de oplossing van Rousseau.
Met deze opvatting van de persoonlijkheid van Steinbeck voor ogen is het mogelijk zijn oeuvre als een geheel te zien en het enige boek, het sublieme ‘Of Mice and Men’, dat aan de indeling in picaresk en sociaal ontsnapte, krijgt dan eveneens zijn plaats. Is Lennie, de simpele, de ‘abysmal brute’, zoals Harrison Smith hem noemde, niet het prototype van de homo simplicissimus, die onschuldig getroffen wordt door het noodlot in de persoon van een onrechtvaardig patroon?
Een bewijs voor de eenheid van thema in het werk van Steinbeck vindt men in de herhalingen die veelvuldig in zijn romans en novellen voorkomen. Er werd reeds op enkele reïteraties gewezen doch vooral The Grapes of Wrath wemelt van elementen uit andere werken, meest uit ‘In Dubious Battle’, al werd ook de novelle ‘Breakfast’ uit The Long Valley er in verwerkt. Zelfs de gelijkenis tussen plaatsen is opvallend, bv. Weedpatch en Hooverville uit In Dubious Battle. Ja, de enige goede schuilplaats voor een vluchteling schijnt Steinbeck in een hol onder een wilgeboom te vinden (The Grapes of Wrath, In Dubious Battle en Of Mice and Men).
Dat Steinbeck tot de opvatting kwam dat alleen in een eenvoudig, natuurlijk leven het ware geluk te vinden is, mag niemand verwonderen. Van nature is Steinbeck zeer bescheiden en erg teruggetrokken en geen enkel schrijver is zo afkerig van publiciteit als hij. Toen hem in 1939 een Pulitzerprijs werd toegekend voor De Druiven der Gramschap weigerde hij alle interviews zelfs deze met zeer voorname journalisten, wat in de Verenigde Staten geen kleine prestatie is.
Het harde leven dat hij een tijd lang geleid heeft is zeker niet vreemd aan zijn afkeer voor de wereld ‘die geregeerd wordt door tijgers met maagzweren, stieren met een vernauwing, geschuimd door blinde jakhalzen’ (Cannery Row). In de jaren na de universiteit, toen Steinbeck in New York en later
| |
| |
ook op het land trachtte aan de kost te komen, was hij onder meer dagbladschrijver, droeg hij als metserdiender stenen voor Madison Square Garden, was hij schildersgast, fruitplukker, chemist, zelfs concierge op een landgoed: er was een tijd dat hij zo arm was dat hij geen hond kon houden.
Geheel het werk van Steinbeck getuigt van zijn desillusies ‘Het ding in het pakje was nooit geheel -’ staat er in de novelle ‘The White Quail’. Zelfs de liefde zal hem nooit geschonken hebben wat hij er van verwachtte, want de plaats die ze in zijn werk toebedeeld krijgt is opvallend gering. Steinbeck werd zo erg geschokt door het lelijke in de wereld dat hij ging twijfelen aan de criteria van het leven. ‘Er is geen zonde en er is geen deugd. Er zijn enkel dingen die de mensen doen. Het zijn alle onderdelen van hetzelfde ding’ zegt Jim Casy de vroegere predikant uit De Druiven der Gramschap, en Steinbeck laat dezelfde man ontgoocheld zuchten: ‘We hebben ons misschien voor niets gek gegeseld!’
De ‘Associated Farmers’ hebben Steinbeck een communist genoemd - het is ook geen wonder dat ze hem niet in het hart dragen na De Druiven der Gramschap - maar Steinbeck houdt zich niet op met politiek. In Dubious Battle en The Grapes of Wrath hadden geen politieke inspiratie van doen, ze vloeiden voort uit de verontwaardiging van een warm hart.
Zijn opvatting over het valse bourgeois-leven drukte Steinbeck knap uit in The Pastures of Heaven. Een jong paartje ziet de wondermooie vallei voor zich liggen en vol verlangen glimlachen ze elkaar toe. Maar de glimlach van de vrouw zegt: ‘Neen, natuurlijk gaat het niet! Je moet denken aan de ambitie, en al je vrienden verwachten grote dingen van ons. Je moet je een naam maken zodat ik fier op je kan zijn. Je kunt niet weglopen van je verantwoordelijkheid en je begraven in een plaats als deze. Maar het zou schoon zijn.’
Slechts tweemaal, in In Dubious Battle en The Grapes of Wrath heeft de verontwaardiging van Steinbeck over de wraakroepende sociale onrechtvaardigheid hem er toe aangezet de maatschappij op hardhandige wijze aan te pakken, doch in zijn ander werk beperkt hij zich tot een Franciskaanse liefde voor de verdrukte, voor de arme, simpele naaste, voor de ‘underdog’.
‘Onze Vader, die in de hemelen zijt,’ zo schrijft hij in ‘Cannery Row’, die de gave om te overleven geschonken hebt aan de coyote, de gewone bruine rat, de straatmus, de huisvlieg en de mot, moet een grote en overweldigende liefde hebben voor de nietsnutten, en schanden-van-het-dorp, en landlopers, en Mack en de vrienden.’ Hij beklaagt deze buiten de wet gestelden niet, maar hij verheerlijkt hen en vindt hun wijze van leven de enige uitweg uit een schijnheilig bestaan. ‘Ik meen dat ze in deze speciale wereld beter overleven dan andere mensen. In een tijd waarin de mensen zich verscheuren met ambitie, en zenuwachtigheid en winstbejag zijn zij gerust. Al onze zogezegde succesvolle lieden zijn zieke mensen, met slechte magen, en slechte zielen, maar Mack en de vrienden zijn gezond en merkwaardig rein. Ze kunnen doen wat ze willen. Ze kunnen hun appetijten bevredigen zonder ze iets anders te noemen.’ (Cannery Row)
| |
| |
Steinbeck sentimentaliseert de boemelaar, de zwerver, hij zet hem als in een halo van heiligheid. Zijn geestdrift maakt er een heilige van, maakt deugden van zijn gebreken. Hij dweept met de simpele mens als een jonge dichter met zijn eerste liefde en vergeet de realiteit voor zijn ideaalvoorstelling. Zo maakt hij van het regeringskamp in De Druiven der Gramschap een waarachtig paradijs dat zijn toppunt van meeslepende romantiek bereikt in de scène waarin de rustverstoorders op het dansfeest buitengewalst worden.
Steinbeck is een romantieker van het zuiverste karaat. Zijn eerste boek bewees dit reeds, maar ook zijn befaamde novelle ‘The Red Pony’ waarin een kinderlijke liefde voor het paard op een merkwaardige en enig mooie wijze weergegeven wordt, getuigt er voor - wat is er immers meer eigen aan een romanticus dan de liefde voor paard, hond of wapens!
Zo hij één gave heeft dan is het de gemakkelijkheid waarmee hij iemand in de ziel grijpt: de virtuositeit waarmee hij de lezer ontroert is ongeëvenaard in de moderne letteren. Als een pianist bespeelt hij alle snaren van het menselijk hart en het opwekken van medelijden, verontwaardiging, stemming en beklemdheid gaat Steinbeck zo gemakkelijk af als hoefde hij enkel op een toets te drukken. Men denke slechts aan de scène in de hamburgerstand in De Druiven der Gramschap, waar een arme zwerver suikergoed koopt voor zijn kinderen, of aan deze uit Of Mice and Men wanneer men de oude hond doodt.
Deze gave heeft natuurlijk de gebreken van haar kwaliteit. De momenten waarin het Steinbeck gelukt realisme en romantisme te verenigen vormen de hoogtepunten in zijn werk. Nooit kan men de tederheid vergeten waarmee hij in Of Mice and Men de arme mensendroom van Lennie en George weergeeft, het droomhoevetje waar ze voor sparen.
In sommige novellen als ‘Flight’ en ‘Johnny Bear’ uit The Long Valley en ‘Tularecito’ en ‘Junius Maltby’ uit The Pastures of Heaven heerst er een volmaakte harmonie tussen fantasie, realiteit en sentiment, wat deze verhalen uiterst spannend en fascinerend maakt.
Waar echter Steinbeck tot deze eenheid van waarheid en gevoelen niet komt vervalt zijn werk in een goedkope sentimentaliteit, die de grote massa gemakkelijk verovert, maar de naam van Steinbeck veel afbreuk aandoet: het besef van het onverdiende van zijn faam doet zijn echte kwaliteiten vergeten of verwaarlozen. Zijn dweperij met de homo simplicissimus deed Steinbeck het ongelukkige ‘The Wayward Bus’ schrijven, waarin de poging om de ordinaire Juan Chicoy voor te stellen als de ideale mens te opzettelijk was; ze leidde verder tot de enerverende naïeveteit van Tortilla Flat. Ook in Cannery Row zijn vrij onzinnige overdrijvingen te vinden: ‘Cannery Row in Monterey in Californië is een gedicht, een stank, een krassend geluid, een kwaliteit van het licht, een toon, een gewoonte, een heimwee, een droom.’... ‘De bewoners zijn, zoals de man eens zei, “sletten, wekelingen, spelers en zwijnen”, waarmee hij Iedereen meende. Had de man door een ander loergat gekeken, dan zou hij misschien gezegd hebben: “Heiligen en engelen en martelaars en godvrezende mensen” en hij zou hetzelfde willen beduiden hebben.’
| |
| |
Natuurlijk dat zulke aangedikte hyperbolen protesten uitlokken. Zo schreef N.C. (Norman Cousins) in ‘The Saturday Review of Literature’ van 17 Maart 1945: ‘We zeggen niet dat de galerij van mijnheer Steinbeck niet met echte mensen gevuld is. Zij kunnen echt genoeg zijn, maar men mag ons hangen indien we voor hen zullen knielen of hen zullen aanzien als een superras.’ Het was werkelijk niet nodig dat Norman Cousins zich opwond want Steinbeck zal zich zelf wel bewust zijn van de overdadigheid van zijn geestdrift. Zijn overdrijvingen moeten hem verontschuldigd worden als de literaire projecties van een wanhopige idealist, die bewust van zijn machteloosheid een wereld naar haar ondergang meent te zien gaan.
Meer gevoelsmens en minder krachtig dan Hemingway, die in de actie een uitweg vond uit het moeras van het moderne leven, heeft Steinbeck zijn toevlucht gezocht in het ideaal van de onbedorven homo simplicissimus, een oplossing die in wezen niet van die van Hemingway onderscheiden is. Het verschil tussen de persoonlijkheid van deze twee grote Amerikaanse schrijvers ligt enkel in het temperament van de twee auteurs; hun mentaliteit is deze van eerlijke mensen die onbevooroordeeld zonder bepaalde godsdienstige, wijsgerige of politieke opinie door het leven willen gaan.
Als schrijver staat Steinbeck echter veel lager dan Hemingway niettegenstaande The Grapes of Wrath zulk aangrijpend tijdsbeeld is. Zelden of nooit daalt Steinbeck af tot in de diepten van het menselijk hart. Een uitzondering is misschien Of Mice and Men, maar over het algemeen spelen de conflicten van zijn helden zich aan de oppervlakte af en zijn ze zelden te zoeken in het hart en de geest van de mens. Zijn gemakkelijke techniek, zijn grote gave van ontroering doen dit gemis aan diepte wel eens vergeten, maar men mag zonder overdrijving zeggen dat het voor Steinbeck een weldaad geweest is geleefd te hebben in een tijd waarin het realisme hoogtij vierde. Moest onder invloed van de tijdsgeest de kunst van Steinbeck niet geankerd zijn in de natuurlijkheid dan zou de sentimentaliteit haar als een woekerplant versmacht hebben en zou zijn werk waarschijnlijk nooit hoger gestegen zijn dan kioskliteratuur. Thans vormt het realisme nog steeds een heilvol tegengift tegen zijn bedwelmende sentimentaliteit.
Zo is Steinbeck alleen te begrijpen als een strijd tussen realiteit en romance, tussen de verontwaardiging over het kwaad en de dweepzucht met de homo simplicissimus, zo is wat Steinbeck schreef over Mac in In Dubious Battle niet alleen op Mac maar op hemzelf toepasselijk: hij is ‘het groteske mengsel van wreedheid en hausfrau sentimentaliteit, van visie en roos gekleurde brilglazen.’
|
|