In memoriam Hugo Verriest
Het is thans 25 jaar geleden dat Hugo Verriest overleed en op het kerkhof te Ingooigem, in zijn praalgraf tegen de zuidelijke kerkmuur, zijn rustplaats vond. We herdenken het heengaan van een groot Vlaming. Deze herdenking is vruchtbaar indien ze tevens een zelfondervraging wordt: Wàt is van Verriest in onszelf en ons volk gebleven?
Verriest was geen groot schrijver en slechts enkele fragmenten van zijn scheppend werk houden stand. Hij was talentvoller als beoefenaar van het gesproken schone woord. De Vlamingen van oudere generaties als Vermeylen, Persijn en Muls hebben over de toverkracht van zijn redekunst getuigd. De jongeren hebben dit niet meer beleefd en er bestaat kans dat het talent van Verriest als redenaar de vergankelijkheid van alle gesproken woorden deelt.
Wat zal dan van hem blijven? Hij zal in de geschiedenis van onze cultuur verschijnen als de artist en mens, wiens persoonlijkheid vér uitstijgt boven de waarde van zijn voortbrengselen. Hij is het voorbeeld van de Vlaamse en christen ‘gentleman’, met een stralende harmonie van zedelijke en geestelijke én vormelijke beschaving. Zo moet hij blijven leven als een voorganger in ons streven naar een Vlaamse volksaristocratie, waarvan de beschaafde levensvorm de geestelijke en zedelijke voornaamheid weerspiegelt.
Maar er is méér; want Verriest was ook de openbaring van een sprankelend, oorspronkelijk leven. Hij was voor de generatie van Van Langendonck, Vermeylen, Persijn en hun tijdgenoten de openbaring van oorspronkelijkheid van leven, in de echtheid van de natuur en de trouw van onze Vlaamse traditie. Die zienswijze heeft Verriest voorzeker geput uit zijn persoonlijke aanleg, maar ook uit de twee grote genaden van zijn leven, te weten dat hij op de college-banken een geniaal dichter en oorspronkelijk mens als leraar had: Guido Gezelle; en dat hij-zelf als leraar te Roeselaere een wonderknaap voor zich kreeg: Albrecht Rodenbach. Echt en waarachtig zijn in godsdienst en volkszin, in opvoeding en kunst, dàt was de levenswet van Gezelle. Ter waarheid gaan, echt en trouw gelijk een kind, was ook het kernbegrip van Rodenbach. Verriest, die geen grote persoonlijke scheppingskracht had, maar een uitermate verfijnde intuïtie van mens en kunstwerk, heeft het kernbegrip van deze twee grote zielen als boodschap uitgezonden, als verspreider en levenwekker over Vlaanderen en Nederland uitgedragen.
In al de sectoren van zijn leven heeft hij het ideaal der échtheid, van de trouw aan het geboren wezen en de wezensechte traditie, willen doorzetten.