het Instituut voor Toneelkunst. Dit Instituut is verdeeld in faculteiten, naar gelang de verschillende genres van de toneelkunst. De jongst gevormde faculteiten zijn deze van de operakunst en deze van de balletkunst. In de faculteit van de dramatische kunst bestaan er daarenboven verschillende nationale studio's. Naast de reeds bestaande, een Tsjoevasj, een Tataars, en een Mordviens, werden in de laatste tijd verscheidene nieuwe geopend: een Oekrajiens, een Toerkmeens, een Oezbeks, e.a. Voor het schooljaar 1946-47 werden 115 studenten toegelaten.
Het Sovjet theater bezit verschillende kenmerken welke van een bijzondere betekenis zijn en welke, bij een eventuele organisatie of reorganisatie van ons toneel, in overweging zouden kunnen genomen worden. Het theater in West Europa is asociaal. Het is in doorsnee een aangenaam tijdverdrijf en de te vlug ingestudeerde vertoningen waar steeds een bange beperking van de onkosten de eigenlijke hoofdrol speelt, kunnen de man-in-the-street amper nu en dan tegenover de bioscoop tot een vluchtige ontrouw verleiden.
In de U.S.S.R. bestaat er, tussen toneel en sociaal leven, een innige band. De leidende factor is, in elk theater van de Sovjet Unie, de kunst. Niet de financiering. Toneel is er schoonheid, leiding, onderwijs, begeestering. Niet uitsluitend tijdverdrijf. De grote financiële steun vanwege de staat, een degelijke beroepsorganisatie van alle medewerkers, de ‘dienende’ taak van het toneel, dit alles samen heeft voor gevolg dat waardevolle vertoningen het publiek opvoeden tot de idealen van het regime. Er dient daarbij opgemerkt dat de stukken meestal zeer lang op het program blijven en dat de theaters voor bomvolle zalen spelen. De uitgebeelde thema's - niet van het onvermijdelijk laagje didactisme vrij te pleiten - samen met een optimistisch vertrouwen in de toekomst (deze schitterende en sterke hefboom van de Sovjet Unie) zijn het geraamte van alle stukken van de Sovjet-toneelschrijvers: Katajev, Leonov, A. Tolstoj, Pogodin, Virta, Simonov, Kron, Visjnjevski, Kornejtsjoek...
Men mag zich verwonderd af vragen hoe de Westerse staten nog deze machtige hefboom die het toneel is, niet tot practische doeleinden allerhande hebben weten of willen te gebruiken.
In verband met het toneel wil ik terloops gewagen van de arbeidersclubs om al was het maar de omvang van het toneel in het Sovjet-leven, en vooral in het leven te Moskou, te schetsen. In deze clubs worden de arbeiders voorgelicht door schrijvers en regisseurs over de voornaamste stukken welke zich op het programma der verschillende theaters bevinden, zodat aldus de stukken, hun betekenis en hun strekking, door de arbeiders ten volle kunnen begrepen worden wanneer deze het ene of andere theater bezoeken. Dergelijke arbeidersclub bezit meestal een eigen toneelzaal, en ook een toneelgroep, orkest-, dans- en volkslied-ensembles, laboratorium voor jonge zoekers, avondcursussen, kindertuin, georganiseerde voordrachten door schrijvers, geleerden, kunstenaars, enz. Een organisatie die voor de arbeider steeds een aansporing is en hem vertrouwd maakt met de vele aspecten van het cultureel leven.